Slag om Kasserine Pass
Eerste grote Amerikaanse nederlaag van WO II
Vandaag in 1943 lanceert de Duitse generaal Erwin Rommel met zijn Afrika Korps een offensief tegen een geallieerde verdedigingslinie in Tunesië, Noord Afrika. De Kasserinepas was de plaats waar de Verenigde Staten hun eerste grote nederlaag van de oorlog leden.
Generaal Erwin Rommel werd in februari 1942 naar Noord-Afrika gestuurd, samen met het nieuwe Afrika Korps, om te voorkomen dat zijn Italiaanse As-partner zijn territoriale aanwinst in de regio zou verliezen aan de Britten. Ondanks zijn vaardigheid was Rommel tot dan toe niet in staat geweest veel meer te doen dan zijn eigen troepen terug te trekken, maar de Slag om de Kasserine Pas zou uiteindelijk de strategische genialiteit van de “Woestijnvos” aan het licht brengen.
In de Slag om El Alamein in augustus 1942, verdreef de Britse Generaal Bernard Montgomery Rommel uit Egypte naar Tunesië, achter de Mareth Linie, een verdedigingswerk gebouwd door de Franse troepen van Vichy. Na enkele maanden te hebben genomen om te hergroeperen, besloot Rommel tot een gewaagde zet. Rommel richtte zijn pijlen op Tunis, de hoofdstad van Tunesië en een belangrijk strategisch doel voor zowel Geallieerde als As-strijdkrachten. Rommel stelde vast dat het zwakste punt in de Geallieerde verdedigingslinie de Kasserine Pas was, een 2 mijl brede kloof in het Tunesische Dorsalgebergte, die door Amerikaanse troepen werd verdedigd. Zijn eerste aanval werd afgeslagen, maar met tankversterkingen brak Rommel op 20 februari door en bracht verwoestende verliezen toe aan de Amerikaanse strijdkrachten. De Amerikanen trokken zich terug uit hun positie, met achterlating van het grootste deel van hun uitrusting. Meer dan 1.000 Amerikaanse soldaten werden gedood door Rommels offensief, en honderden werden gevangen genomen. De Verenigde Staten hadden eindelijk de nederlaag in de strijd geproefd.