(a) Op zondag mag niemand jagen of achtervolgen op wilde vogels of wilde dieren met een hond of enig soort werktuig dat in staat is om genoemde wilde vogels of wilde dieren te doden, behalve zoals bepaald in subsecties (b), (c), (d) en (e) van deze sectie.
(b) Deze sectie is niet van toepassing op het zetten van vallen, het africhten van honden, het jagen op rode vossen met honden, of het deelnemen aan commerciële wildparken overeenkomstig de bepalingen van § 572 van deze titel.
(c) Deze sectie is niet van toepassing op hertenjachtseizoenen die door het Department zijn vastgesteld.
(d) Deze zondagse hertenjacht mag plaatsvinden op particuliere gronden naar goeddunken van de landeigenaar en op die openbare gronden die als zodanig kunnen worden aangewezen door en naar goeddunken van de toepasselijke overheidsinstantie, die het publiek zal informeren over de plaats en tijden waarop zondagse jacht is toegestaan op hun respectieve openbare gronden. Iedere overheidsinstantie die op haar openbare gronden een zondagjacht op herten toestaat of wijzigt, dient het publiek voldoende gelegenheid te bieden om opmerkingen te maken alvorens de plaats of tijdstippen van de zondagjacht op herten vast te stellen. Voor de toepassing van deze sectie omvat “openbare gronden” federale, staats-, provinciale, gemeentelijke of andere gronden die eigendom zijn van de overheid.
(e) Deze sectie is niet van toepassing op het oogsten van herten zoals toegestaan door het Department via zijn programma’s voor het oogsten van herten.
26 Del. Laws, c. 165, § 10; Code 1915, § 2383; Code 1935, § 2833; 45 Del. Laws, c. 258, § 1; 7 Del. C. 1953, § 714; 63 Del. Laws, c. 389, § 3; 70 Del. Laws, c. 275, § 71; 78 Del. Laws, c. 27, § 2; 80 Del. Laws, c. 320, § 1; 81 Del. Laws, c. 318, § 1.