Een rok die vanaf een smalle taille licht taps toeloopt, of een jurk die vanaf de schouder tot aan de zoom geleidelijk breder wordt, wordt een A-lijn genoemd, eenvoudigweg omdat de vorm op de letter A lijkt. Hoewel het taps toelopende silhouet is gebruikt tijdens verschillende mode perioden, is men het er algemeen over eens dat de A-lijn jurk een hoofdbestanddeel werd van de garderobes van de meeste vrouwen in de jaren 1960, net toen de stijlen eenvoudiger werden.
Het moderne A-lijn silhouet, of vorm, werd voor het eerst gezien in het midden van de jaren 1950, als onderdeel van de Franse ontwerper Christian Dior’s (1905-1957) New Look. De New Look was een zeer vrouwelijke stijl, met golvende rokken, strakke topjes die de boezem benadrukten, en een smalle taille die de volle heupen benadrukte. Dior’s stijlen legden vooral de nadruk op volle, taps toelopende, A-vormige rokken, met de vorm gegeven door volle onderrokken. Ondanks de populariteit van de New Look duurde het niet lang voordat vrouwen een eenvoudiger stijl zochten. Een andere Franse ontwerpster, Gabrielle “Coco” Chanel (1883-1971), die beroemd was geworden door het vereenvoudigen van de mode in de jaren 1920, introduceerde meer nauwsluitende ontwerpen, en al snel had Dior de volheid van zijn rokken verminderd en introduceerde een eenvoudiger, kleinere jurk met A-lijn.
Deze eenvoudige, geometrische jurk met A-lijn paste goed in de moderne look van de vroege jaren 1960, populair bij vrouwen die zich afkeerden van de pietluttige, tierelantijnen stijlen van de 1950s. De stijl had nog meer succes toen het werd gedragen door de nieuwe first lady van de Verenigde Staten, Jacqueline Kennedy (1929-94), die de mode van die tijd sterk beïnvloedde. Vrouwen over de hele wereld bewonderden het gevoel voor stijl van de jonge first lady en toen zij eenmaal de nieuwe A-lijn rok begon te dragen, deden miljoenen haar na. De A-lijn rok is decennia lang een klassieke stijl gebleven.