Ik denk dat we een respectabel idee hebben van hoe spieren samentrekken op moleculair niveau laten we nu een stap terug doen en begrijpen hoe spieren er op zijn minst structureel uitzien of hoe ze in verband staan met dingen die we normaal associëren met spieren dus laat me laten we zeggen dat ik een buigende biceps hier teken dus dat is iemand die zijn dat is hun elleboog en laten we zeggen dat is hun hand daar dus dit is hun bicep en het is buigen dus dit is hun bicep ik denk dat we allemaal gezien hebben schema’s van hoe spieren eruit zien ten minste op een soort van een macro-niveau en het is verbonden met botten aan beide uiteinden dus laat me de botten te tekenen Ik ga niet in detail waar dus laten we het verbinden met de botten aan beide uiteinden door pezen dus dit hier dus hier zou een aantal bot rechts zijn en dit zijn de pezen die de botten met de spieren verbinden, dus dit hier is een pees. We hebben een pees die verbonden is met de botten als hij samentrekt, beweegt hij een deel van ons skelet, dus we richten ons op de skeletspieren. De andere types zijn gladde spieren en hartspieren. gladde spieren zijn meer onwillekeurig traag bewegende spieren en dingen zoals ons spijsverteringskanaal en ik zal daar in de toekomst een video over maken maar meestal als mensen spieren zeggen associëren we ze met skeletspieren die ons skelet bewegen zodat we kunnen rennen en tillen en praten en dingen doen en bijten dus dit is wat we normaal associëren laten we er hier een beetje dieper op ingaan dus als ik een dwarsdoorsnede zou nemendwarsdoorsnede van deze biceps zou nemen, als ik een dwarsdoorsnede zou nemen…dwarsdoorsnede van die spier zou nemen, dus laat me het groot doen, dus als dit de dwarsdoorsnede is van de biceps of die spier, ik zal stoppen met biceps zeggen want ik wil algemeen zijn, dus ik ga er een dwarsdoorsnede van nemen, dus dit is de dwarsdoorsnede waar ik mijn snede heb genomen en dan ziet het er ongeveer zo uit, dit is de binnenkant van deze spier hier, nu heb ik hier onze pees teruggezet, hier hadden we onze pees en dan is er eigenlijk een bedekking en het is er geen strikte demarcatie of scheidslijn tussen de pees en de bedekking rond deze spier maar die bedekking heet het epimysium FP my CM en het is eigenlijk gewoon bindweefsel dat de spier bedekt. Het beschermt en vermindert de wrijving tussen de spier en het omliggende bot en ander weefsel dat zich in de arm van deze persoon kan bevinden en dan binnenin deze spier heb je bindweefsel aan de binnenkant laat me het een andere kleur doen ik doe een oranje dit oranje weefsel hier en ik zal dit oranje weefsel maken en dan het scheidt zich af van kleine, ik denk dat we ze vezels noemen, dus we hebben dit oranje weefsel daar dit heet het Paramecium en dat is ook gewoon bindweefsel binnenin de eigenlijke spier peri mijn cm en dan elk van deze dingen die het Paramecium afscheidt dus elk van deze dingen die het Paramecium laat me zeggen laten we zeggen als we een van deze dingen zouden nemen en het een beetje verder laten gaan dus als we dit ding hier zouden nemen laat dit wat dit Paramecium afscheidt en als we het eruit trekken, laat me dit dan doen, als we het eruit trekken, dan heb je het Paramecium eromheen, dit is allemaal Paramecium en het is gewoon een duur woord voor bindweefsel. Er zitten ook andere dingen in, zoals zenuwen en haarvaten, van alles, want je moet bloed en neuro-neuronale signalen naar je spieren krijgen, dus het is niet alleen bindweefsel, maar ook andere dingen… dus elk van deze subvezels maar dit zijn vrij grote subvezels van de spier dit wordt een fascikel genoemd dit is een fascikel hier dus dat daar is een fascikel dat is een fascikel en dan in het bindweefsel binnenin de fascikel heet het endomysium endomysium dus laat me het endomysium hier tekenen zodat nogmaals meer bindweefsel heeft haarvaten in het heeft zenuwen heeft zenuwen in een al die dingen die die uiteindelijk in contact moeten komen met spieren en spiercellen. We zitten in één spier dus laat me het endomysium tekenen dus al dit groene bindweefsel is endomysium endo mijn cm en elk van deze dingen in het endomysium is een echte spiercel dit is een echte spiercel dus ik doe het in paars dus dit ding hier kan ik een beetje uittrekken laat me dit ding een beetje uittrekken net als dat dus als ik dit uittrek is dit een echte dit is een echte spiercel Dit is wat we wilden bereiken, maar we gaan zelfs binnen de spiercel kijken om te begrijpen hoe alle myosine en actine filamenten in die spiercel passen. Dus dit hier is een spiercel of een myofiber myofiber de twee voorvoegsels die je die je veel zult zien als je met spieren te maken hebt, je zult Myo zien wat je je kunt voorstellen als verwijzing naar spieren en je zult ook het woord Sarco zien zoals sarcolemma of sarcoplasmatisch reticulum dus je zult ook het voorvoegsel Sarco zien en dat is vlees dus je weet wel sarcofaag of je kunt andere dingen bedenken die met Sarco beginnen dus Sarco is vlees maar je weet dat spier vlees is en Myo is spier dus dit is myofiber dit is een echte spiercel en laten we eens inzoomen op die echte spiercel dus laat me hem eigenlijk dus een echte spiercel heet een myofiber, het heet een vezel omdat het langer is dan breed en ze komen in verschillende myofibers zoals deze dus dit is onze spiercel hier en ik zal een dwarsdoorsnede nemendoorsnede van de spiercel dus dit is mijn myofiber myofiber en deze kan relatief kort zijn enkele honderden micrometers of het kan vrij lang zijn of in ieder geval vrij lang naar cellulaire normen we hebben het over enkele centimeters dus enkele centimeters denk ik Ik ga verkopen dat is een vrij lange verkoop omdat het zo lang is moet het eigenlijk meerdere kernen hebben en eigenlijk om de kern te tekenen is laat me een beter werk doen het tekenen van de myofiber ik ga kleine knobbeltjes maken in het buitenste membraan waar de kern is kan passen op deze myofiber, onthoud dat dit slechts één van deze individuele spiercellen is en ze zijn erg lang, dus hebben ze meerdere kernen. Laat me de doorsnede nemen, want we gaan naar de binnenkant van deze spiercel, dus ik zei dat het MOU is, het is meer-gekernd, dus als dit is als we ons een soort van membraan transparant zou zijn dan zou er hier een kern zijn, hier een andere kern, hier een andere kern, daar weer een andere kern en de reden waarom het multinucleair is, is dat over grote afstanden je niet hoeft te wachten op eiwitten om helemaal van deze kern helemaal naar dit deel van de spiercel kan je de DNA informatie dicht bij de plaats hebben waar het moet zijn dus is het multinucleair. Ik las een ik geloof dat het 30 of zo kernen per millimeter spierweefsel was wat het gemiddelde is. Ik weet niet of maar de kernen liggen onder het membraan van de spiercel en je weet hoe dat heet van de laatste video dat schrijft het membraan van de spiercellen het sarcolemma sarcolemma sarcolemma of sarcolemma hoe Dit zijn de kernen, de nucleus, en als je daarbinnen een doorsnede neemt, zijn er zelfs buisjes, myofibrillen genaamd, dus hier kan ik een stel buisjes nemen binnenin de cel. Ik heb een van deze buisjes eruit gehaald, dit is een myofibril, mijn o5 echt. Als je dit onder een lichtmicroscoop bekijkt, zie je dat er kleine strepen op zitten. De strepen zien er ongeveer zo uit. dan zullen er kleine dunne zijn zoals dat en dit is de binnenkant van deze myofibrillen waar we onze myosine en actine filamenten zullen vinden dus laten we hier inzoomen op deze myofibril we blijven inzoomen tot we op moleculair niveau zijn dus deze myofibril die zich binnenin de spiercel bevindt binnenin de myofiber de myofiber is een spiercel myofibril is een je kan het zien als een buis binnenin de spiercel en dit zijn de dingen die eigenlijk de contractie doen dus als ik zou inzoomen op een myofibril zul je zien dat het er ongeveer zo uit gaat zien en het gaat die banden erin hebben dus de banden gaan er ongeveer zo uit zien je gaat deze kleine korte banden hebben zoals dat dan ga je bredere banden hebben zoals dit kleine donkere ding laat me mijn best doen om ze relatief netjes te tekenen en er zou een kleine lijn kunnen zijn daar dan is er hetzelfde ding herhaalt zich hier dus elk van deze eenheden van herhaling elk van deze eenheden van herhaling wordt een sarcomeer genoemd dit is een sarcomeer sarcomeer en deze eenheden van herhaling gaan van de ene dit heet een Z-lijn Zeeland naar een andere Z-lijn en al deze terminologie komt voort uit toen mensen gewoon op een microscoop keken en ze zagen deze lijnen ze begonnen er namen aan te koppelen gewoon zodat je hebt we zullen het zo hebben over hoe dit verband houdt met de myosine in de handeling dit hier is de a band een band en dan deze afstand hier of deze delen hier deze heten de I bands I bands en we zullen het zo hebben over hoe dat verband houdt met de mechanismen, de eenheden of de moleculen waar we het in de laatste video over hadden. Dus als je hier zou inzoomen, als je een dwarsdoorsnede van deze myofibrillen zou nemen. als je het zou doorsnijden, misschien zo, het is moeilijk om het parallel te snijden met het scherm waar je naar kijkt, als je zoiets als dit gaat zien, dus dit wordt je Z-band, wat eigenlijk gewoon je Z-band is, dit is je volgende Z-band dus ik zoom in op een sarcomeer dit is een andere Z-band dan heb je je actine filamenten je hebt je actine filamenten nu gaan we naar dat moleculaire niveau waar ik het over had dus je hebt je actine filamenten ik zal ze zo tekenen ik teken er gewoon een paar je hebt je actine filamenten die er zo uitzien laat me het labelen dus dit zijn de actine actine filamenten dit zijn de actine filamenten en dan tussen de actine filamenten heb je je myosine je hebt je myosine filamenten laat me mijn zonden tekenen laat me het in deze kleur tekenen waar De myosine filamenten hebben twee koppen op zich. Ze hebben elk twee koppen en die twee koppen kruipen langs de actine filamenten. Ik teken er een paar en dan zitten ze vast aan het midden en we zullen het er zo over hebben. wat er gebeurt als de spier daadwerkelijk samentrekt en ik zou het hier nog eens kunnen tekenen zodat het veel meer koppen heeft dan wat ik nu teken maar dit geeft je een idee van wat er gebeurt dus dit zijn de myosine vullingen dit zijn de myosine denk ik eiwitten en dit zijn ze allemaal met elkaar verweven zoals we zagen in de vorige video en dan is er nog een hier, ik hoef het niet in detail te tekenen, dus je kunt meteen zien dat de a band overeenkomt met waar we onze myosine hebben dus dit is onze a band hier een band en er is een overlapping, juist jij ze doen overlappen elkaar zelfs in de rusttoestand maar de I band is waar je alleen actine filamenten hebt geen myosine dus dit is de I band I band daar en dan worden de myosine filamenten op hun plaats gehouden door Titan wat een soort van je kan voorstellen als een verend eiwit door Titan Nu wil ik een andere kleur dan dat, dus dat daar, dus dat is de myosine die op zijn plaats wordt gehouden door Titan, dat daar is Titans, het zit vast aan de Z band door Titan, dus wat gebeurt er als een neuron, als een neuron exciteert, dus laat me een tekening maken een eindpunt van een neuron hier het eindpunt van een axon van een neuron daar het is een motor neuron het vertelt deze man om samen te trekken je hebt de actiepotentiaal de actiepotentiaal reist over reist langs het membraan echt in alle richtingen en dan is het uiteindelijk Als we het van deze kant bekijken, heb je die kleine T-vormige buisjes, die gaan de cel in en blijven de actiepotentiaal voortplanten. Die triggeren het sarcoplasmatisch reticulum om calcium vrij te geven. Calcium hecht zich aan… aan het troponine dat vastzit aan deze actine filamenten die de Tropo myosine uit de weg duwt en dan kan het kruipen plaatsvinden de myosine kan ATP gaan gebruiken om langs deze actine filamenten te kruipen en dus zoals je kunt zien als ze kruipen gaan ze de ze gaan, laat me van kleur veranderen, ze gaan hun kracht slag duwen, ze gaan duwen, je kan het zien als de actine filamenten op die manier of je kan zeggen dat de myosine gaat willen bewegen in die richting, maar je trekt aan beide zijden van een touw, dus de myosine blijft op één plaats en de actine filamenten worden samengetrokken en zo trekt de spier samen. Hopelijk hebben we in deze video het grote plaatje verbonden… van de buigspier helemaal hier naar precies wat er gebeurt op moleculair niveau dat we leerden in de laatste paar video’s en u kunt zich voorstellen wanneer dit gebeurt met alle myofibrillen binnenin de spier, juist omdat het sarcoplasmatisch reticulum calcium vrijgeeft in het cytoplasma, ook wel Maya plasma genoemd, omdat we te maken hebben met spiercellen, het cytoplasma van deze spiercel. Het calcium overspoelt al deze myofibrillen en kan zich hechten aan alle troponine of in ieder geval veel troponine. Het ligt bovenop deze actine filamenten en dan trekt de hele spier samen en dan wanneer dat is gebeurd zal elke spier elke spiervezel myofiber of elke spiercel niet veel samentrekkende kracht hebben maar wanneer je het koppelt aan alle die eromheen zijn als je er slechts één echt laat werken of een paar van hen zul je gewoon een stuiptrekking hebben maar als je ze allemaal samen laat trekken dan gaat dat eigenlijk de kracht creëren om daadwerkelijk wat werk te doen of daadwerkelijk je botten samen te trekken of wat gewicht op te tillen dus hopelijk vond je dat lichtjes nuttig