Botten van de voet (dorsaal zicht): orgaan met vijf tenen aan het uiteinde van een menselijk been dat het lichaam ondersteunt en wordt gebruikt om te lopen.
Grote teen: de grootste teen van de voet, gelegen aan de binnenrand.
2e teen: teen van de voet tussen de grote teen en de derde teen.
3e teen: middelste teen van de voet.
4e teen: teen van de voet tussen de derde teen en de kleine teen.
Kleine teen: het kleinste van de digits van de voet, gelegen aan de buitenrand.
Distale phalanx: botje aan het uiteinde van een teen.
Midden phalanx: klein centraal botje van een teen.
Proximale falanx: het kleine botje van een teen dat het dichtst bij de voet ligt.
Palanges van de tenen: gelede segmenten van een teen.
Metatarsale botten: delen van het skelet van een voet tussen de tarsus en de tenen.
Tarsale botten: te rug van het skelet van een voet.
Tarsometatarsale gewricht (TM): flexibel gewricht dat het tarsale en het metatarsale bot verbindt.
Metatarsophalangeale gewricht (MT): flexibel gewricht dat het metatarsale bot en het vingerkootje verbindt.
Interfalangeale gewricht: gewricht tussen het eerste en tweede vingerkootje.
Interfalangeale gewricht (IP): gewricht tussen het tweede en derde vingerkootje.