Vers 1-17
2 Thessalonicenzen 2:1-2. Nu bidden wij u, broeders, door de komst van onze Here Jezus Christus, en door ons tezamen vergaderd tot Hem, dat gij niet spoedig van gedachten wordt geschud, noch verontrust wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief, zoals van ons, als zijnde dat de dag van Christus nabij is.
In de Kerk van Christus is de leer altijd geweest dat Christus spoedig komt, en die leer mag nooit worden ingetrokken, want Hij komt spoedig, zoals Hij tot Johannes zei in de Openbaring. Tegelijkertijd heeft deze leer aan sommige aanmatigende mensen de gelegenheid gegeven om te profeteren dat Christus op die en die tijd zal komen. Zij weten er niets van, en hun profetieën zijn de adem niet waard die zij besteden om ze uit te spreken, en wij hebben vandaag wat de apostel schreef aan de Thessalonicenzen: –
2 Thessalonicenzen 2:3. Laat niemand u verleiden, want die dag zal niet komen, tenzij er eerst een zondeval komt, en de mens der zonde geopenbaard wordt, de zoon des verderfs;
Ik geloof dat dit voor een groot deel al gebeurd is, en dat de “mens der zonde” geopenbaard is. Deze “zoon des verderfs” heeft een lange, duistere en verschrikkelijke heerschappij gehad over ontelbare mensen, en nog steeds zit hij op de zeven heuvels van Rome, en heerst over massa’s van zijn medezondaars. Maar Paulus was van mening dat het consequent was te verwachten dat de Heer snel zou komen, en toch te weten dat bepaalde gebeurtenissen moesten plaatsvinden voordat Hij zou komen. Dat is precies de toestand, denk ik, waarin de geest van een mens zal komen als hij ijverig en onpartijdig de Schriften leest, vooral de profetische gedeelten ervan. De Heer zal komen in een uur als wij niet denken, maar er zijn duidelijke aanwijzingen van bepaalde dingen die moeten gebeuren voordat Hij komt.
2 Thessalonicensen 2:4. Die zich verheft en verheft boven al wat God genoemd of vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel Gods zit, zich uitgevende dat hij God is.
Men heeft gezegd, dat de paus van Rome onfeilbaar is, dat zijn uitlegging van de Schrift, wat die ook moge zijn, even geldig is als de Schrift zelf, en dat wat hij ook verkiest te besluiten, door de gelovigen moet worden gehoorzaamd. Dat zijn enkele van de pretenties zelfs op deze dag van de “man der zonde.”
2 Thessalonicensen 2:5-7. Herinnert gij u niet, dat ik u deze dingen gezegd heb, toen ik nog bij u was? En nu weet gij, wat achterhoudt, opdat Hij op zijn tijd geopenbaard worde. Want het geheimenis der ongerechtigheid werkt reeds:
Er waren bepaalde redenen waarom die gigantische ongerechtigheid zich zou beginnen te ontwikkelen, zelfs terwijl het Romeinse Rijk aan de macht was om het in toom te houden; en toen dat voorbijging, was er de gelegenheid voor “het geheimenis der ongerechtigheid” om de heerser van de wereld te worden.
2 Thessalonicensen 2:7-10. Alleen hij, die nu laat, zal laten, totdat hij uit de weg geruimd zal zijn. En dan zal de goddeloze geopenbaard worden, die de Here zal verteren met de geest van Zijn mond, en zal verderven met de helderheid van Zijn komst; ja, hij, wiens komst is naar de werking van Satan met alle macht en tekenen en leugenachtige wonderen, en met alle bedrieglijkheid van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde der waarheid niet hebben ontvangen, opdat zij behouden zouden worden.
Dit is de laatste zonde van allen, dat goddeloze mensen “de liefde tot de waarheid” niet ontvangen. Indien zij zelf waarachtig waren, zouden zij de waarheid liefhebben; indien de genade Gods in hen was, zou Zijn eigen kostbare waarheid door hen boven al het andere gewaardeerd worden, maar wanneer de mensen eindelijk de waarheid verwerpen, waardoor zij behouden zouden kunnen worden, bezoekt God hen met vreselijke oordelen.
2 Thessalonicensen 2:11-17. En daarom zal God hun een sterke misleiding zenden, opdat zij een leugen geloven; opdat zij allen verdoemd worden, die de waarheid niet geloven, maar een welgevallen hebben aan de ongerechtigheid. Maar wij moeten God altijd danken voor u, broeders die de Heer liefheeft, omdat God u van meet af aan heeft uitverkoren tot zaligheid door heiliging van de Geest en geloof in de waarheid; waartoe Hij u geroepen heeft door ons evangelie, tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. Daarom, broeders, houdt stand en houdt u aan de overleveringen die u geleerd zijn, hetzij door het woord, hetzij door onze zendbrief. Nu, onze Heere Jezus Christus zelf, en God, ja, onze Vader, Die ons liefgehad heeft, en ons eeuwige vertroosting en goede hoop gegeven heeft door genade, vertroost uw harten, en bevestigt u in alle goed woord en werk.
Zo moge het zijn, om Jezus’ wil! Amen.