Administration
De setting en klinische presentatie zullen het type medicatie dicteren dat wordt voorgeschreven, de dosering, en de toedieningsweg. Een zorgvuldige beoordeling van de symptomen en de medische voorgeschiedenis, allergieën, en eerdere blootstelling aan/gebruik van deze geneesmiddelen zal leiden tot een beter resultaat voor de patiënt.
Serotonine-receptorantagonisten: Ondansetron, granisetron, dolasetron, palonosetron. Het werkingsmechanisme is het blokkeren van de interactie van serotonine met de 5-HT3-receptor. Hiervan worden ondansetron en granisetron het meest aangetroffen. Intraveneuze (IV) en orale (PO) preparaten zijn beschikbaar. Bijwerkingen zijn hoofdpijn, duizeligheid en constipatie. De meest zorgwekkende bijwerking is QTc-verlenging, en artsen moeten deze medicatie vermijden bij patiënten met bekende verlengde QTc.
Glucocorticoïden: Het werkingsmechanisme is niet duidelijk begrepen. Mogelijke mechanismen zijn veranderingen in de bloed-hersenbarrière en afname van de synthese van prostaglandine boodschappers. Dexamethason is uitvoerig bestudeerd in de literatuur over chemotherapie en de preventie van postoperatieve misselijkheid en braken. De bijwerkingen zijn mild bij kortdurend gebruik en omvatten slapeloosheid, opwinding en stemmingswisselingen. PO- en IV-formuleringen zijn beschikbaar.
Anticholinergica: Scopolamine is de meest voorkomende medicatie in deze klasse. Het werkt door de M1 muscarinereceptor te antagoniseren. Het wordt voornamelijk gebruikt om reisziekte te behandelen of profylactisch in de perioperatieve setting. De bijwerkingen zijn meestal mild, maar omvatten een droge mond, veranderingen van het gezichtsvermogen of slaperigheid. De toediening is transdermaal.
Neurokinine receptor antagonisten: Aprepitant (PO) en fosaprepitant (IV) markeren deze klasse van geneesmiddelen die antagonisme van de NK-1 receptor inhouden, waardoor het vrijkomen van substance-P, die een inducer van braken is, wordt verhinderd. Zoals bij veel geneesmiddelen het geval is, omvatten de bijwerkingen hoofdpijn en duizeligheid, maar er zijn case reports gepubliceerd waarin melding wordt gemaakt van significante overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie en anafylactische shock.
Dopaminereceptorantagonisten: Fenothiazinen antagoniseren de D2-receptor, met name in het gebied postrema in de hersenen. Prochlorperazine en chloorpromazine zijn voorbeelden van deze klasse geneesmiddelen. Er zijn IV-, PO- en rectale (PR) formuleringen beschikbaar. Bijwerkingen zijn duizeligheid, hoofdpijn en extrapiramidale symptomen, waaronder dystonie en tardieve dyskinesie.
Butyrofenonen werken ook antagoniserend op de D2-receptor. Droperidol en haloperidol hebben bewezen zeer werkzaam te zijn als anti-emetica, maar zijn vanwege hun bijwerkingen in veel omgevingen uit de gratie geraakt. Intramusculair (IM) en IV zijn doeltreffende toedieningswegen. Naast de meer typische bijwerkingen kunnen deze geneesmiddelen dosisafhankelijke QTc-verlenging veroorzaken en is voorzichtigheid geboden bij personen met bekende of vermoede QTc-verlenging.
Benzamiden antagoneren de D2-receptor bij lage doses, maar antagoneren ook de 5-HT3-receptor bij hogere doses. Metoclopramide is het meest voorkomende geneesmiddel in deze klasse en wordt gewoonlijk gebruikt als een pro-motiliteitsmiddel om misselijkheid en braken te verminderen. Er zijn PO- en IV-formuleringen beschikbaar. Deze medicatie kan de bloed-hersenbarrière passeren. Net als bij andere dopamineantagonisten kan deze medicatie dystonie, tardieve dyskinesie en akathisia veroorzaken. Een “Boxed” waarschuwing van de FDA waarschuwt tegen herhaald en langdurig gebruik, omdat het onomkeerbare tardieve dyskinesie kan veroorzaken.
Cannabinoïden therapie is relatief nieuw en enigszins controversieel. Nabilone en dronabinol zijn onderzocht en tonen enig voordeel, hoewel belangrijke bijwerkingen zoals duizeligheid, hypotensie en dysforie het gebruik ervan in sommige populaties hebben beperkt. Er zijn IV- en PO-formuleringen beschikbaar.
Antihistaminica werken antagoniserend op de histamine (H1, H2) receptoren. Diphenhydramine, meclizine, promethazine zijn veelgebruikte geneesmiddelen in deze klasse. Ze zijn overal verkrijgbaar, worden over het algemeen goed verdragen, en er zijn PO-, IV-, IM- en PR-formuleringen beschikbaar. Sedatie is een veel gemelde, veel voorkomende bijwerking.