Psychiatrische symptomen uiten zich vaak in verbale expressie. Over het algemeen is de inhoud van die uiting pathologisch. De formele afwijkingen van de spraak worden ook waargenomen bij verschillende psychische stoornissen, voor zover het kwantitatieve afwijkingen betreft. Stoornissen in de intonatie, namelijk disprosodie, worden echter vaker waargenomen bij organische stoornissen van de hersenen. Wanneer het accent van woorden en de intonatie van zinnen verandert ten opzichte van die van een moedertaalspreker, klinkt de spraak als de gebroken taal van ongetrainde buitenlanders. Dergelijk buitenlands accent syndroom is gewoonlijk een kwestie van neuropsychologie. In dit artikel rapporteren de auteurs een geval van buitenlands accent syndroom zonder organisch hersensyndroom. De patiënte was een 44-jarige vrouw, die een paniekstoornis ontwikkelde ongeveer een jaar na de dood van haar vader. Daarna ontwikkelde ze afonie. Nadat de afonie was opgelost, begon ze haperend te spreken, alsof een Chinese vrouw Japans probeerde te spreken. Organische hersenziekten werden vervolgens uitgesloten. Ze had ingewikkelde familiale conflicten, waaronder een scheiding van een gewelddadige en ontrouwe echtgenoot, interpersoonlijke moeilijkheden met de ouders van haar echtgenoot, en haar puberende dochter. Wij diagnosticeerden haar met een dissociatieve (conversie) stoornis van de ICD-10. Onze patiënte is klinisch interessant, omdat case reports van dysprosodie ongebruikelijk zijn en vaak organische hersenziekten betreffen. Wij veronderstellen dat het vreemde-accent-syndroom bij onze patiënte een variant is van afonie, en dat de patiënte het symptoom onbewust twee ambivalente rollen toebedeelde: ondersneeuwen dat ze niet goed kan spreken, en uitdrukken wat ze bedoelt. Bovendien had zij een Chinees sprekende schoontante die haar ideale rolmodel was. Wij veronderstellen dat haar symptoom de identificatie met haar schoontante betekent.