Materie zijn alle stoffen in de wereld om je heen. De lucht die je inademt, het water dat je drinkt, de kleren die je draagt, je lichaam en de aarde zijn allemaal materie. Licht, geluid en zwaartekracht zijn geen materie. Ze worden energie genoemd.

Alle materie is normaal gesproken een vaste stof, een vloeistof of een gas in zijn toestand. Veel materialen zijn een combinatie van dingen in verschillende toestanden. Dingen als mist, rook, kaas, piepschuim, en verf, zijn eigenlijk mengsels. Andere dingen, zoals zout of suiker die in water zijn opgelost, worden oplossingen genoemd. We zullen meer over mengsels en oplossingen spreken in hun eigen hoofdstuk. Scheikunde begint met het bekijken van zuivere materie en gaat dan over naar dingen die oplossingen of mengsels zijn.

Vaste stoffen hebben vormen die van nature niet veel veranderen. Je kunt een vaste stof niet veel samenpersen, maar je kunt sommige vaste stoffen veel meer buigen of pletten dan andere. Sommige vaste stoffen om ons heen zijn gesteente, veel metalen, kunststoffen, glas, ijs, zout, papier en stof. Sommige vaste stoffen kunnen gemakkelijk buigen of plooien, zoals de vezels in je kleren. Andere buigen alleen als ze verhit worden. Vaste stoffen in poedervorm en in korrelvorm, zoals suiker- of zoutkristallen, vloeien misschien als vloeistoffen – maar onder een microscoop zijn ze wel degelijk vast. De kleinste stukjes van een vaste stof liggen dicht bij elkaar en bewegen niet veel. Vaste dingen hebben de neiging zwaarder of dichter te zijn dan vloeistoffen of gassen.

vloeistoffen zijn materialen die geen vaste vorm hebben. Zij vloeien om de bodem van hun containers te vullen. Vloeistoffen hebben ook een hoge dichtheid en kunnen ook niet erg worden samengeperst. Je weet waarschijnlijk wel dat het water dat we drinken een vloeistof is. Andere vloeistoffen die je misschien kent zijn olie, alcohol, benzine en het kwik in een zilveren thermometer. De meeste vloeistoffen om ons heen zijn combinaties van water en andere dingen. Sommige daarvan zijn honing, azijn, melk, bloed en vloeibare huishoudelijke schoonmaakmiddelen. De kleinste deeltjes van vloeistoffen liggen dicht bij elkaar zoals bij vaste stoffen, maar ze bewegen vrij rond.

Gassen hebben ook geen vaste vorm. Evenals vloeistoffen stromen zij, maar zij stromen om hun reservoir volledig te vullen. Gassen hebben geen dichtheid. Zij zijn zeer licht en niet-substantieel in vergelijking met vaste stoffen of vloeistoffen. In tegenstelling tot vaste stoffen en vloeistoffen, waarvan de kleinste deeltjes dicht bij elkaar liggen, liggen de kleinste deeltjes van gassen veel verder uit elkaar met veel lege ruimte ertussen. Door al die lege ruimte kunnen gassen gemakkelijk worden samengeperst. Het gas dat je het beste kent is lucht. Lucht is een mengsel van vele gassen, maar meestal zijn het stikstof en zuurstof. Als dieren uitademen, scheiden ze een gas af dat kooldioxide heet. De meest voorkomende stof in het heelal is een gas dat waterstof heet. Ballonnen werden vroeger gevuld met waterstof, maar tegenwoordig gebruiken we helium omdat dat veiliger is.

Alle materie heeft bepaalde eigenschappen. Als je een ijsblokje en een massief goudblokje van exact dezelfde grootte zou vasthouden, zou het goudblokje veel zwaarder zijn. Goud heeft een grotere dichtheid dan ijs. Vaste stoffen en vloeistoffen hebben dichtheden die niet veel veranderen. Het gouden blokje en het ijsblokje verschillen ook op andere manieren. Ze hebben verschillende kleuren. Goud draagt elektriciteit en ijs niet. Je moet het goud veel hoger verhitten dan het ijs om het te laten smelten. Dichtheid, kleur, geleidingsvermogen en smeltpunt zijn allemaal eigenschappen. Andere chemische eigenschappen zijn hoe gemakkelijk iets vlam vat of ontvlambaar is, en hoe giftig het is of zijn toxiciteit.