Abstract
Doelstellingen: Het bepalen van de effectiviteit van excentrische oefenprogramma’s (EE) bij de behandeling van veel voorkomende tendinopathieën.
Gegevensbronnen: Relevante gerandomiseerde gecontroleerde trials (RCT’s) werden gevonden met behulp van de OVID website databases: MEDLINE (1966-jan 2006), CINAHL (1982-jan 2006), AMED (1985-jan 2006), EMBASE (1988-jan 2006), en alle EBM reviews – Cochrane DSR, ACP Journal Club, DARE, en CCTR (jan 2006). De Physiotherapy Evidence Database (PEDro) werd ook doorzocht met het trefwoord: eccentric.
Reviewmethoden: De PEDro- en van Tulder-schalen werden gebruikt om de methodologische kwaliteit te beoordelen. De niveaus van bewijs werden vervolgens verkregen volgens vooraf gedefinieerde drempels: Sterk-consistente bevindingen bij meerdere RCT’s van hoge kwaliteit. Matig-consistente bevindingen van meerdere RCT’s en/of klinisch gecontroleerde trials (CCT’s) van lage kwaliteit en/of één RCT van hoge kwaliteit. Beperkt-één RCT en/of CCT van lage kwaliteit. Tegenstrijdig-consistente bevindingen bij meerdere trials (RCT’s en/of CCT’s). Geen bewijs-geen RCT’s of CCT’s.
Resultaten: Twintig relevante studies werden gevonden, waarvan 11 voldeden aan de inclusiecriteria. Deze omvatten studies van Achilles tendinopathie (AT), patella tendinopathie (PT) en tendinopathie van de gemeenschappelijke pols extensor pees van de laterale elleboog (LET). Er bestaan beperkte niveaus van bewijs die suggereren dat EE een positief effect heeft op klinische uitkomsten zoals pijn, functie en patiënttevredenheid/hervatting naar werk in vergelijking met verschillende controle-interventies zoals concentrische oefeningen (CE), stretching, spalking, fricties en echografie. Het niveau van bewijs bleek variabel te zijn voor de onderzochte tendinopathieën.
Conclusies: Deze review toont het gebrek aan onderzoek van hoge kwaliteit aan ter ondersteuning van de klinische effectiviteit van EE boven andere behandelingen bij de behandeling van tendinopathieën. Verdere adequaat aangedreven studies met geschikte randomisatieprocedures, gestandaardiseerde uitkomstmaten en follow-up op lange termijn zijn vereist.