Clybourne Park is een toneelstuk geschreven door Bruce Norris. Het eerste bedrijf speelt zich af in 1959. Bev en huishoudster Francine zijn spullen aan het inpakken terwijl Russ een ijsje eet. Bev krijgt een telefoontje van Karl, een bezorgde buurman. Jim, een jonge dominee, komt binnen en begint met Russ te praten. Hij stelt vragen over Russ’ gezondheid en nieuwe kantoor. Russ voelt zich ongemakkelijk als Jim vraagt hoe het met hem persoonlijk gaat en probeert hem te betrekken over zijn zoon. Russ gebruikt schuttingtaal, wat de situatie gespannen maakt. Hij gaat naar boven, terwijl Bev Jim vertelt dat Russ vieze woorden gebruikt en dat ze niet met hem alleen wil zijn.
Karl en zijn vrouw Betsy komen bij het huis aan. Russ wil weten wat er aan de hand is omdat Francine en haar man Albert naar boven gaan. Karl is racistisch en maakt zich zorgen over het nieuwe gezin dat hier komt wonen. Hij denkt dat ze niet in de gemeenschap zullen passen. Albert vraagt beleefd om hulp met de koffer, maar niemand hoort hem en de koffer valt van de trap. Russ wordt kwaad en zegt dat ze hem daar moeten laten staan, terwijl hij naar de kelder gaat.
Jim en Karl stellen ongepaste vragen aan Francine en wijzen op verschillen tussen mensen. Russ komt terug en vertelt hen kalm dat het huis verkocht is. Betsy probeert uit te zoeken wat er aan de hand is, maar ze is de weg kwijt. Russ wordt het zat en wil Jim slaan, die over een doos valt en een lamp omstoot. Betsy vertrekt en Bev verstopt zich in de badkamer. Albert probeert Russ te kalmeren, maar dat maakt hem alleen maar woedend. Francine is woedend omdat Albert zich ermee bemoeit, ze maken ruzie, en ze rent naar buiten. Jim en Karl vertrekken nadat ze Russ nog steeds boos maken. Bev probeert Albert te betalen, maar hij weigert en vertrekt. De act eindigt met Russ die de hoofdstad van Mongolië roept uit hun vorige gesprek.
De tweede akte speelt zich vijftig jaar later af in 2009, in hetzelfde huis. Lindsey en Steve hebben het gekocht en willen het afbreken, wat problemen heeft opgeleverd. Kathy, hun advocaat, helpt bij het definiëren van vocabulaire. Tom leidt de groep in hun discussies. Kevin en Lena zijn buren die de vereniging van huiseigenaren vertegenwoordigen. De groep is niet in staat om bij de les te blijven door onderbrekingen. Lena vindt dat zij belangrijke informatie te delen heeft over de historische banden met de gemeenschap. Haar oudtante woonde in het huis in Clybourne Street na de Stollers, uit Act 1. Kathy probeert haar blanke vrienden te helpen die het huis gekocht hebben. Haar ouders zijn Betsy en Karl, die probeerden de Stollers ervan te weerhouden om er Afro-Amerikanen te laten wonen.
Kevin en Lena delen informatie over wat er meer dan 50 jaar geleden in het huis is gebeurd. Lindsey kan niet omgaan met het feit dat Kenneth zich in haar nieuwe huis heeft opgehangen. Er worden ongepaste grappen verteld en sommigen zijn beledigd. Er worden niet veel zaken gedaan en de echtparen raken van streek met hun echtgenoten. Het stuk eindigt met een flashback naar akte 1 waar Kenneth een brief schrijft en Bev hoop voor de toekomst uitspreekt.