Engel en Satan: A Christian Perspective
Engel in het Christelijk geloof zijn boodschappers en agenten van God. Het Hebreeuwse woord malak (boodschapper) wordt vertaald door de Griekse term angelos (boodschapper), en door het Engelse ‘angel’. In het christelijk geloof zijn er echter goede en kwade engelen; Satan wordt beschouwd als een gevallen engel, die door Jezus in verband wordt gebracht met andere kwade engelen (Mattheüs 25:41). In dit artikel zullen eerst de goede engelen in het christendom worden besproken, daarna Satan en de kwade engelen.
Old Testament
Engel verschijnt vaak in het Oude Testament als Gods boodschappers of agenten. Zo verschijnt er een engel van de Heer aan Hagar (Genesis 16), die haar vertelt dat zij een zoon zal verwekken bij Abraham. In Genesis 18 verschijnen drie engelen als mannen aan Abraham om hem te vertellen dat hij en zijn vrouw Sarah binnen een jaar een zoon zullen hebben. Engelen zijn de boodschappers van de vernietiging in Genesis 19, waar zij Lot en zijn familie waarschuwen om te vluchten uit Sodom, dat op het punt staat door God te worden vernietigd. Van een engel van de Heer wordt gezegd dat hij het Israëlitische leger voorgaat in de strijd (Exodus 23:20, 23). En in 2 Samuël 24 wordt een engel van God gezonden om het volk in Jeruzalem te vernietigen (2 Samuël 24:16). In Job verschijnt Satan onder de “hemelse wezens” (waarschijnlijk engelen) die met God overleggen in zijn hemelse hof. Tobias, de zoon van Tobit, wordt geholpen door de engel Rafaël op zijn reis om een vrouw te vinden. Engelen worden ook vaak genoemd in de Psalmen, bijvoorbeeld: “Zegen de Heer, gij zijn engelen, gij machtigen, die zijn bevel uitvoert, gehoorzaam aan zijn gesproken woord” (Ps. 103:20). Van de aartsengel Michaël tenslotte wordt gezegd dat hij de grote vorst en beschermer van Israël is (Daniël 12:1).
In het Oude Testament verschijnen engelen dikwijls als mensen, en worden pas als engelen herkend wanneer zij zich als engelen aankondigen – dit is bijvoorbeeld het geval met de engel die aan de ouders van Simson verschijnt (Rechters 13), of met Rafaël, tijdens zijn reis met Tobias (Tobit 5-12). Soms verschijnt er ook een engel aan de Geest van God. Kortom, hoewel engelen veelvuldig voorkomen in het O.T., wordt hun aard en rol niet duidelijk onderscheiden van die van mensen of God.
Nieuw Testament
Engel speelt ook in het Nieuwe Testament een prominente rol. Een engel van God vertelt Jozef in zijn droom dat het kind van Maria verwekt is door de Heilige Geest (Mattheüs 1:20-21). In het kinderverhaal van Lucas verschijnt de engel Gabriël eerst aan Zacharias, dan aan Maria, en kondigt haar aan dat zij een zoon zal verwekken door de heilige Geest (Lucas 1:19-38). Aan de herders verschijnen engelen die het goede nieuws brengen dat er een Messias en Verlosser is geboren in de stad van David (Lucas 2:9-14).
Jezus zelf wordt in de synoptische evangeliën gemeld als sprekend over de engelen. Hier zijn enkele voorbeelden: “En ik zeg u: een ieder die mij erkent tegenover anderen, zal de Zoon des mensen erkennen tegenover de engelen van God” (Lucas 12:8). “Want wanneer zij uit de doden opstaan, trouwen zij niet en worden zij niet ten huwelijk gegeven, maar zijn zij als de engelen in de hemel” (Marcus 12:25). “Pas op dat jullie een van deze kleinen niet verachten, want ik zeg jullie: in de hemel zien hun engelen voortdurend het aangezicht van mijn Vader in de hemel” (Mattheüs 18:10 – dit is de bron van het christelijke geloof in ‘beschermengelen’). En weer voor zijn kruisiging zegt Jezus: “Denkt gij niet, dat ik geen beroep op mijn Vader kan doen en dat hij mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen zal zenden? (Mattheüs 26:53). Tenslotte verwijst Jezus in de gelijkenis van de schapen en de bokken zowel naar de goede engelen in de hemel – “Wanneer de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid, en al de engelen met hem…” (Mattheüs 25:31) als naar Satan en zijn kwade engelen: “Gij, die vervloekt zijt, gaat van Mij weg in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is…” (Mattheüs 25:41). (Mattheüs 25:41). Engelen worden ook genoemd in andere boeken van het Nieuwe Testament, met name in het Boek Openbaring, waar Michaël en zijn engelen strijden tegen de draak en zijn engelen (Openbaring 12). De aartsengel Michaël is dan ook een bijzonder voorwerp van devotie geweest in de geschiedenis van het christendom.
Wat is de aard van engelen? Hoewel sommige vroege theologen (b.v. Augustinus) dachten dat engelen een soort stoffelijk lichaam konden hebben, is de huidige christelijke consensus dat engelen geesten zijn. Zoals de brief aan de Hebreeën stelt: “Zijn niet alle engelen geesten in de goddelijke dienst, gezonden om te dienen ten behoeve van hen die de zaligheid zullen beërven?” (Hebreeën 1:14). Maar engelen kunnen aan mensen verschijnen, en er zijn veel hedendaagse verslagen van deze ontmoetingen (zie bijvoorbeeld Howard Storm, My Descent into Death ). Het is belangrijk om te begrijpen dat engelen schepselen zijn, door God geschapen, van oudsher vóór de schepping van ons universum.
Natuurlijk is er ook wijdverbreid scepticisme over het bestaan van engelen, omdat hun bestaan niet kan worden aangetoond door de wetenschap of door enige empirische beproeving of methode. De hegemonie van de moderne natuurwetenschap heeft geleid tot een algemeen scepticisme ten aanzien van het bovennatuurlijke, en engelen worden van oudsher beschouwd als bovennatuurlijke wezens, dat wil zeggen dat zij buiten de wetten van de natuur staan.
Satan en kwade engelen
De christelijke theologie verklaart Satan als een gevallen engel. Jezus zou in Lucas hebben gezegd: “Ik zag Satan als een bliksemflits uit de hemel vallen” (Lucas 10:18). Het verhaal in Openbaring 12, over de strijd van Michaël en zijn engelen met de draak en zijn engelen, is in de christelijke traditie overgenomen als het verhaal van Satans val uit de hemel. (Engelen worden daarom door christenen geacht in staat te zijn vrijelijk voor of tegen God te kiezen). Satan wijst op het bestaan van een persoonlijke kracht voor het kwaad die ouder en groter is dan de mensheid. Maar het is belangrijk te begrijpen dat Satan geen macht over de mens heeft, tenzij hij dit toelaat, bijvoorbeeld door in te stemmen met radicaal kwaad, zich in te laten met satanische rituelen, enz.
De kwade engelen waarvan Jezus zegt dat zij Satan vergezellen, zijn mysterieus. Misschien zijn het de demonen die vaak in het Nieuwe Testament worden genoemd en die op bevel van Jezus worden verdreven. Alle verslagen van zijn bediening in de synoptische evangeliën benadrukken exorcisme (uitdrijven van demonen) als een hoofdelement van zijn werk (zie b.v. Marcus 1:21-28). Jezus zelf spreekt hierover: “Maar als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God over u gekomen” (Matteüs 1:28). Jezus gaf in feite het gezag over demonen door aan zijn discipelen: “Toen riep Jezus zijn twaalf discipelen en gaf hun het gezag over onreine geesten, om ze uit te drijven en om alle ziekten en kwalen te genezen” (Mattheüs 10:1). Zo was en is het de leer van de christenen dat demonen kunnen worden uitgedreven door de kracht van Jezus Christus. Katholieke bisdommen hebben gewoonlijk een priester die gespecialiseerd is in het uitvoeren van exorcismes, hoewel dit tegenwoordig niet vaak meer wordt gedaan.
Engel en christelijke traditie
Engel heeft een belangrijke rol gespeeld in de christelijke kunst en devotie – vooral de aartsengel Michaël. In de kunst zijn engelen tekens van de aanwezigheid van de hemel. Ze komen veel voor in de renaissance en de katholieke barok, maar veel minder in de protestantse en hedendaagse kunst.
Terence Nichols
Engel en duivel (een moslim perspectief)
De Koran verwijst naar engelen als de directe dienaren van God. Een van hun voornaamste doelen is het doorgeven van de boodschap van God aan de mensheid. Elke handeling van hen wordt volbracht om Gods wil te vervullen, en zij bezitten niet het vermogen om van deze verantwoordelijkheid af te wijken. Zij zijn in feite volkomen onfeilbaar, en moeten dat ook blijven om zuivere wezens te zijn die in staat zijn de rechtvaardige boodschap door te geven. Dus, als engelen de mogelijkheid hadden om gevallen te worden, en daardoor in staat waren om zonde te begaan, of af te wijken van hun plicht aan God, dan zou de boodschap die zij doorgeven ook onvolmaakt zijn.
Volgens de Moslims verschilt de rol van de engelen zeer weinig van het concept van de heilige wezens dat door de meeste Christelijke sekten wordt gehuldigd. Misschien is het voornaamste verschil tussen het islamitische en het christelijke begrip van engelen de schaal waarop zij in ons dagelijks leven werkzaam zijn. Moslims geloven dat ieder mens, naast andere, twee engelen heeft die hem vergezellen vanaf het moment van zijn conceptie tot het moment waarop zijn ziel zijn lichaam verlaat (de dood). Deze twee engelen zijn verantwoordelijk voor het registreren van de goede en slechte daden die hun respectievelijke gastheer begaat. Het is echter niet alleen een eenvoudige wetgeving die deze engelen registreren, zij zijn verantwoordelijk voor het registreren van hoe de zonden of goede daden die een mens begaat zijn persoonlijkheid, zijn ziel, en tot op zekere hoogte zelfs zijn fysieke verschijning beïnvloeden. Het is natuurlijk uiteindelijk God die beslist wat het resultaat van zijn daden zal zijn, maar God gebruikt zijn schare van onfeilbare engelen om zijn wetten uit te voeren. In de Islam en het Christendom wordt aanvaard dat de aartsengel Gabriël verantwoordelijk is voor het overbrengen van de boodschappen van God aan zijn boodschappers. Er zijn talrijke voorbeelden hiervan in de heilige Koran. Het dictaat van de Koran zelf ontving de profeet Mohammed rechtstreeks van de engel Gabriël, die de boodschap rechtstreeks van God overbracht.
De verantwoordelijkheden van de engelen gaan verder dan het doorgeven van goddelijke boodschappen aan door God uitgekozen boodschappers, en het registreren van de daden en de aard van de mensheid. Engelen zijn in feite verantwoordelijk voor het in stand houden van het perfecte evenwicht van de natuur en van al Gods goddelijke wetten. Zij zitten achter elke druppel regen die uit de wolken valt, elke storm die boven ons losbarst, en zelfs achter de micro ecologische wonderen van bacteriën en ziektekiemen. Opgemerkt moet worden dat de engelen niet autonoom werken, in feite wordt hun iedere handeling door God gewild, en zij bezitten zelfs niet het vermogen om op vrije wil te handelen.
Velen geloven dat de Heilige Geest een engel is. Er zijn twee heersende opvattingen in de Islam over de Heilige Geest. De eerste en meest voorkomende is dat het de aartsengel Gabriel is. Hoewel dit de traditionele opvatting is, zijn er velen die geloven dat het een unieke schepping van Allah is die anders en misschien een hoger wezen is dan engelen.
Engelen hebben volgens de leer van de Islam nog vele andere rollen. Er zijn beschermengelen die ons beschermen tegen dagelijkse ongelukken; er zijn engelen die ons beschermen tegen de influisteringen van de duivels, en er zijn engelen die belast zijn met het veroorzaken van onze dood. Moslims geloven echter dat engelen geen kwade daden verrichten wanneer zij ons de dood of onheil brengen, omdat zij slechts taken uitvoeren die door God zijn opgedragen.
Het bestaan van een wezen dat erop uit is de rechtvaardigen te misleiden is een thema dat in vele godsdiensten voorkomt. De Islam heeft een enigszins uniek perspectief op de oorsprong, de rol en de aard van de duivel. In tegenstelling tot de christenen geloven de moslims niet dat Satan een gevallen engel was; in plaats daarvan is hij een schepsel dat God uit vuur schiep onder een soort schepselen die in de Koran Jinn worden genoemd (Koran 7:13). Leden van deze soort bezitten het vermogen om zonde te begaan, net als hun menselijke tegenhangers. Dit is een belangrijk onderscheid, omdat de Islam het idee verwerpt dat engelen het vermogen hebben om van het hun door God aangewezen pad af te wijken. Bovendien stelt de Koran dat engelen uitsluitend uit licht zijn geschapen, in tegenstelling tot klei zoals mensen, of vuur zoals djinn ( Koran 7:12-18).
Het Islamitische perspectief op de val van Satan concentreert zich op de schepping van Adam. De Koran stelt dat toen God Adam schiep, Hij al zijn engelen beval zich te onderwerpen aan zijn nieuwe schepping. Onder de engelen, en door Allah bevolen om zich aan Adam te onderwerpen, was Iblis. Iblis is de naam van een Jinni die God toestond zich onder de engelen te bevinden. Het verhaal wordt verteld in hoofdstuk zeven van de Koran:
7: 12. En voorzeker, Wij schiepen u en daarna gaven Wij u vorm, en daarna zeiden Wij tot de engelen: “Onderwerpt u aan Adam”, en zij onderwierpen zich allen. Maar Iblies deed dit niet; hij zal niet behoren tot hen die zich onderwerpen. 7: 13. God zeide: “Wat belette u zich te onderwerpen, toen Ik het u beval? Hij zeide: “Ik ben beter dan hij. Gij hebt mij uit vuur geschapen en hem hebt Gij uit klei geschapen. 7: 14. God zeide: “Gaat dan heen, het betaamt u niet hier hoogmoedig te zijn. Ga heen, gij behoort zeker tot hen die vernederd zijn. 7: 15. Hij zeide: “Vergeef mij tot de dag waarop zij zullen worden opgewekt. 7: 16. God zeide: Gij behoort zeker tot hen, die geduldig zijn. 7: 17. Hij zeide: “Nu Gij mij op een dwaalspoor hebt gebracht, zal ik hen zeker op Uw rechte weg opwachten. 7: 18. “Dan zal ik zeker van voren en van achteren, van rechts en van links tot hen komen en Gij zult de meesten hunner niet dankbaar vinden. 7: 19. God zeide: “Gaat heen, verachte en verbannene. Wie van hen u ook zal volgen, Ik zal zeker de hel met u allen vullen. (Koran 7:12-19).
De Koran maakt een duidelijk onderscheid tussen Iblis (de eigenlijke naam voor Lucifer in het Arabisch) en de engelen, daar Iblis zich beroemt op zijn samenstelling van vuur en de Koran bij tal van gelegenheden verklaart, dat de engelen uit zuiver licht zijn geschapen. Het incident waarbij Iblis weigerde zich voor Adam te werpen omdat Adam uit klei was geschapen en Iblis uit vuur, wordt door de Islam gezien als de wortel van alle gevoelens van suprematie en dus de oorzaak van alle kwaad.
Uit wrok en zucht naar wraak, zwoer Iblis de mensheid te misleiden en hen naar de hel te leiden. Iblis gebruikt zijn vele volgelingen uit de kring van de djinn en de mensen, die al dan niet weten dat zij zijn zaak dienen, om de mensen te misleiden. De Koran maakt duidelijk dat Iblis de grootste vijand van de mensheid is en dat wij ons tegen hem en zijn soldaten moeten beschermen (Koran 6:142). Moslims geloven dat ieder mens goed toegerust is om zichzelf tegen Iblis en zijn leger van djinn en mensen te beschermen, en dat God ons de wilskracht, wijsheid en kennis heeft gegeven die wij nodig hebben om dit te doen. Moslims en Christenen zijn het erover eens dat engelen zuivere vriendelijke wezens zijn die het goed voor hebben met de mensheid. Zij zijn het er ook over eens dat de duivel de grootste vijand van de mensheid is. Lucifer is in beide tradities een veracht personage. Men is het er ook over eens dat zonder zorgvuldige aandacht voor onze daden, mensen kunnen worden gebruikt door de krachten van het kwaad om schade te berokkenen aan onze soort en de Aarde waarvoor God ons verantwoordelijk heeft gemaakt omdat Hij ons heerschappij heeft gegeven over alles wat zich daarop bevindt. De vraag blijft echter, kunnen wij een gemeenschappelijke basis vinden op grond van onze eerbied voor engelen en ons gedeelde geloof dat zij altijd bij ons zijn om menselijke broeders te zijn? Kunnen wij, op basis van deze gedeelde overtuigingen, elkaar behandelen als broeders in het geloof of als gelijken in menselijkheid?
Muhammad H. Muhawesh
Overeenkomsten, meningsverschillen en punten voor verdere discussie
Engelen spelen een belangrijke rol in zowel het traditionele Christendom als de traditionele Islam. Zij vormen als het ware een heel universum van onzichtbare maar intelligente wezens, die door beide tradities worden gezien als Gods boodschappers en vertegenwoordigers. Engelen spelen waarschijnlijk een grotere rol in het islamitische denken dan in het christendom, deels omdat het moderne christendom meer beïnvloed is door wetenschappelijk scepticisme dan de islam.
De verschillen in het begrip van engelen tussen het christendom en de islam zijn opvallend. Christenen zijn ervan uitgegaan dat er goede en kwade engelen zijn, dat Satan een gevallen engel is, en dat engelen dus in staat zijn vrijelijk voor of tegen God te kiezen. Moslims daarentegen geloven dat er alleen goede engelen zijn, en dat Satan en zijn kwade volgelingen in feite djinn zijn. De djinn zijn een klasse wezens die in het christendom niet voorkomen: onzichtbare wezens (gemaakt van vuur) die in staat zijn voor of tegen God te kiezen, en die daarom verlossing nodig hebben, net als mensen. (De geesten uit de verhalen van de Arabische Nacht en Aladdin zijn eigenlijk djinn.)
De uitdaging (voor beide godsdiensten) voor het geloof in engelen komt van het wetenschappelijk naturalisme: het wijdverbreide geloof dat de natuur alles is wat er is, en dat de natuur datgene is wat door de natuurwetenschap wordt gekend. Aangezien de wetenschap geen engelen kan ontdekken, bestaan engelen dus niet. Volgens het wetenschappelijk naturalisme zijn engelen de overblijfselen van een pre-wetenschappelijk en animistisch tijdperk, toen de mensen weinig wisten over de werking van de natuur, en de hele natuur bevolkten met onzichtbare geesten, feeën, demonen, enz. Nu heeft de wetenschap verklaard hoe de natuur werkt, en kunnen we afzien van voorwetenschappelijk bijgeloof zoals engelen. De uitdaging voor zowel Christenen als Moslims is uit te leggen hoe er intelligente en persoonlijke wezens kunnen zijn die geen fysieke lichamen hebben. Aangezien het steeds duidelijker wordt dat het menselijk bewustzijn nauw verbonden is met de toestand van de hersenen, en daarom afhankelijk lijkt te zijn van de werking van de fysieke hersenen, hoe kunnen er dan intelligente wezens zijn zonder fysieke hersenen of lichamen? Dit is een punt voor verdere discussie.