Doelstelling: Het doel van deze studie was om de natuurlijke uitkomsten van hypoattenuerende nodulaire laesies bij patiënten met virus-gerelateerde chronische leverziekte afgebeeld op dynamische CT te verduidelijken.
Materialen en methoden: Zestig laesies (gemiddelde grootte, 1,3 cm) die hypoattenuatie of isoattenuatie vertoonden in de arteriële en vertraagde fase van dynamische CT werden retrospectief geëvalueerd met aanvullende CT (gemiddeld, zes onderzoeken) gedurende een gemiddelde periode van 838 dagen. Het primaire eindpunt was het ontstaan van hyperattenuerende gebieden binnen hypoattenuerende laesies, een fenomeen dat attenuatieconversie wordt genoemd. Cumulatieve attenuatieconversiepercentages die maligne transformatiepercentages suggereren werden berekend met de Kaplan-Meier methode, en factoren die attenuatieconversiepercentages beïnvloeden werden geanalyseerd met het Cox proportionele hazard model.
Resultaten: Zesendertig (60%) van 60 hypoattenuerende laesies ontwikkelden zich tot hyperattenuerende laesies, 21 bleven onveranderd, en drie verdwenen spontaan. De 36 laesies die hyperverzwakkend werden, werden verdeeld in twee subgroepen volgens het versterkingspatroon van de laesie: hyper-in-hypoverzwakkend (n = 25) en volledig hyperverzwakkend (n = 11). De cumulatieve verzwakkingsconversiepercentages voor de 60 hypoattenuerende laesies waren 15,8%, 44,3%, en 58,7% na 1, 2, en 3 jaar. De hyper-in-hypoattenuerende laesies vertoonden een snellere progressie naar volledig versterkte laesies. Positieve resultaten voor hepatitis C virale antilichamen (p = 0,028) en initiële laesiegrootte (p = 0,007) toonden een positieve correlatie met de verzwakkingsconversie.
Conclusie: Hypoattenuerende levernodulaire laesies bij chronische leverziekte afgebeeld op dynamische CT hebben een hoog maligne potentieel en moeten worden gevolgd met speciale aandacht voor conversie van hypoattenuatie naar hyperattenuatie om de optimale timing van behandeling te bepalen.