Daniël 4 Clarke’s Commentary

, Author

Nebukadnessar raakte, nadat hij alle buurlanden had onderworpen en zijn eigen land aanzienlijk had verrijkt en verfraaid, zo bedwelmd door zijn voorspoed dat hij een zeer opmerkelijk oordeel over zich afriep, waarvan dit hoofdstuk een bijzonder verslag geeft, in de bewoordingen van het edict of de proclamatie die de Babylonische vorst uitvaardigde toen hij weer op de troon zat. Dit staatsdocument begint met de erkenning door Nebukadnezar van de hand van God in zijn laatste kwaal, Daniël 4:1-3. Dan volgt een verslag van de droom van Nebukadnezar, die het verlies van zijn koninkrijk en reden voor zeven jaar voorspelde, vanwege zijn trots en hoogmoed, Daniël 4:4-18. Zo werd het uitgelegd door Daniël, Daniël 4:19-27, en zo werd het geverifieerd door de gebeurtenis, Daniël 4:28-33. Daniël 4:34-37 verhaalt hoe de Chaldeeuwse vorst aan het einde van de periode die door de God van de hemel was vastgesteld voor de duur van zijn ziekte, zich bewust werd van zijn afhankelijkheid van het Opperwezen, en zijn ogen naar de hemel ophief in vrome erkenning van de soevereine majesteit van de Koning der koningen, de Heerser over de aarde, wiens heerschappij alleen universeel, onveranderlijk en eeuwig is.

Nebukadnessar, de koning, tot alle volkeren, natiën en talen, die op de ganse aarde wonen: Vrede zij u vermenigvuldigd.

Nebukadnessar, de koning, tot alle volkeren – Dit is een regelmatig decreet, en het is een van de oudste die bewaard zijn gebleven; en het is ongetwijfeld gekopieerd uit de staatspapieren van Babylon. Daniël heeft het in de oorspronkelijke taal bewaard.

Ik achtte het goed te tonen de tekenen en wonderen, die de hoge God jegens mij heeft verricht.

Ik achtte het goed te tonen – Een deel van het decreet was een opsomming van de wonderen, die de hand van de ware God in zijn koninkrijk en aan zijn persoon had verricht.

Hoe groot zijn Zijn tekenen! en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn koninkrijk is een eeuwig koninkrijk, en Zijn heerschappij is van geslacht tot geslacht.

Hoe groot zijn Zijn tekenen! – Er zijn geen bovennatuurlijke tekenen als de zijne! Zijn wonderen – wonderbaarlijke tussenkomsten, zijn machtig – zij overtreffen alle menselijke macht. Hij is de Soeverein van alle koningen, en zijn heerschappij is eeuwig; en iedere generatie is een bewijs van zijn alles regerende invloed. Dit zijn zeer fraaie gevoelens, en tonen aan hoe diep zijn geest onder de indruk was van de majesteit van God.

Ik Nebukadnezar was in rust in mijn huis, en bloeiende in mijn paleis:

Ik– was in rust – Ik was teruggekeerd naar mijn paleis in Babylon nadat ik Syrië, Phoenicië, Judea, Egypte, en Arabië had onderworpen. Het waren waarschijnlijk deze grote veroveringen die hem hoogmoedig maakten, en die de kastijding over hem brachten die hij daarna beschrijft. Zie de droom van de emblematische boom uitgelegd.

Ik zag een droom die mij bang maakte, en de gedachten op mijn bed en de visioenen in mijn hoofd verontrustten mij.

Ik zag een droom – Zie de omstandige uitleg van deze droom in de volgende verzen.

Daarop vaardigde ik een bevel uit om al de wijzen van Babylon voor mijn aangezicht te brengen, opdat zij mij de uitlegging van de droom zouden bekendmaken.
Daarop kwamen de magiërs, de astrologen, de Chaldeeën en de waarzeggers; en ik vertelde de droom voor hun aangezicht, maar zij maakten mij de uitlegging daarvan niet bekend.
Maar ten laatste kwam Daniël voor mij, wiens naam was Beltesazar, naar den naam mijns Gods, en in wien de geest der heilige goden is; en ik vertelde den droom voor zijn aangezicht, zeggende:
O Beltesazar, meester der tovenaars, omdat ik weet, dat de geest der heilige goden in u is, en geen geheim u lastig valt, vertel mij de visioenen mijner droom, dien ik gezien heb, en de uitlegging daarvan.
Dat waren de visioenen van mijn hoofd in mijn bed; ik zag, en zie, een boom in het midden der aarde, en zijn hoogte was groot.

Ik zag – een boom – Dit visioen, zegt Nebukadnezar, maakte hem bang. Wat een barmhartigheid is het dat God de toekomst voor ons verborgen heeft gehouden! Als Hij ieder mens het lot zou tonen dat voor hem ligt, zou de ellende van het menselijk geslacht compleet zijn.

Grote mannen en prinsen worden in de taal van de profeten vaak voorgesteld onder de gelijkenis van bomen; zie Ezechiël 17:5, Ezechiël 17:6; Ezechiël 31:3, etc.; Jeremia 22:15; Psalm 1:3; Psalm 37:35.

De boom groeide, en werd sterk, en zijn hoogte reikte tot aan den hemel, en zijn gezicht tot aan het einde der ganse aarde:
De bladeren daarvan waren schoon, en zijn vrucht veel, en daarin was spijze voor allen; het gedierte des velds had schaduw onder hem, en het gevogelte des hemels vertoefde in zijn takken, en alle vlees werd er van gevoed.
Ik zag in de visioenen van mijn hoofd op mijn bed, en zie, een wachter en een heilige daalden neder uit de hemel;

Een wachter en een heilige – Dit zijn beide engelen, maar, volgens de Chaldeeuwse orakels, van verschillende ordes. Zij schijnen, naar hun mening, een soort rechters te zijn van menselijke handelingen, die de macht hadden het lot der mensen te bepalen; zie Daniël 4:17.

Hij riep luid, en zeide aldus: Houw de boom om, en houw zijn takken af, schud zijn bladeren af, en verstrooi zijn vruchten; laat het gedierte onder hem vandaan gaan, en het gevogelte van zijn takken:

Houw de boom om – Daar de boom omgehouwen moest worden, wordt het gedierte bevolen om onder zijn takken vandaan te vluchten. Zijn hovelingen, officieren, enz., lieten hem allen in de steek zodra zijn krankzinnigheid verscheen; maar hij vluchtte spoedig uit de gemeenschap der mensen.

Laat niettemin de stomp van zijn wortels in de aarde, ja, met een band van ijzer en koper, in het malse gras des velds; en laat het nat zijn met de dauw des hemels, en laat zijn deel zijn met de beesten in het gras der aarde:

Laat de stomp – Laat hem niet vernietigd worden, noch zijn koninkrijk vervreemd.

Laat zijn hart veranderd worden van dat van de mens, en laat hem het hart van een beest worden gegeven; en laat zevenmaal over hem heengaan.

Laat zijn hart veranderd worden – Laat hem zich als een beest beschouwen, en zich als zodanig gedragen, zich hoedend onder de beesten des velds.

Laat zevenmaal over hem heengaan – Laat hem zeven jaar in deze toestand blijven. Ik kende een man die zo veranderd was in zijn hart – in zijn verbeelding. Hij geloofde dat hij een beer was, en imiteerde het gegrom van een beer, enz. Of hij ooit gezond van geest is geworden, weet ik niet.

Deze zaak is door het besluit van de wachters, en de eis door het woord van de heiligen; opdat de levenden weten, dat de Allerhoogste regeert in het koninkrijk der mensen, en het geeft aan wie Hij wil, en er de laagsten van de mensen over zet.

Deze zaak is volgens het besluit van de wachters – Zie Daniël 4:13 (noot).

De Allerhoogste regeert – Hij laat het bestuur van de wereld nooit over aan de mens, aan tweede oorzaken, of aan toevallige gebeurtenissen. Degenen die zo genoemd worden, zijn zijn vertegenwoordigers; zij zijn geen bewegende oorzaken.

En richt op – de laagste der mensen –

“Tirannen en koningen gaan van Jove uit.”

Dezen zijn toegestaan, dezen zijn verordend.”

De troon veredelt geen mens; om naar behoren te worden vervuld, moet de mens edel zijn. Sommige van de grootste en sommige van de gemeenste mannen hebben op de troon gezeten. Koningen verschillen in opvoeding, zelden in intellect, van de gewone massa mensen; de macht en het gezag zijn van God. De koning zelf kan zowel in barmhartigheid als in toorn gegeven worden. Toen Jacobus II dit koninkrijk regeerde, zou men kunnen zeggen: “God heeft de slechtste van alle mensen aangesteld. Zijn opvolger was een van de besten. De eerste ruïneerde het bijna, zowel in burgerlijk als in godsdienstig opzicht; de tweede was het middel om het in beide opzichten te herstellen.

Deze droom heb ik koning Nebukadnezar gezien. Gij nu, o Rieblassar, leg mij de uitlegging daarvan uit, want al de wijzen van mijn koninkrijk zijn niet bij machte mij de uitlegging te geven; maar gij zijt bij machte, want de geest der heilige goden is in u.
Daniël, wiens naam Rieblassar was, stond een uur lang versteld, en zijn gedachten verontrustten hem. De koning sprak, en zeide: Stellazar, laat de droom, of de uitlegging daarvan, u niet verontrusten. En hij antwoordde en zeide: Mijn heer, de droom zij voor hen, die u haten, en de uitlegging daarvan voor uw vijanden. Hij was niet verbaasd over de moeilijkheden ervan. Hij voelde mee met de koning en met het volk, en met welke kracht en fijngevoeligheid drukt hij het algemene voorteken uit: “De droom voor hen die u haten, en de uitlegging daarvan voor uw vijanden!”

De boom die gij zag, die groeide en sterk was, waarvan de hoogte reikte tot aan de hemel, en de aanblik daarvan tot op de gehele aarde;

De boom die gij zag – De droom wordt in de volgende verzen zo volledig uitgelegd, dat hij geen commentaar behoeft.

Wiens bladeren schoon waren, en zijn vrucht veel, en waarin spijze was voor allen; waaronder het gedierte des velds woonde, en op welks takken het gevogelte des hemels zijn woning had:
Het is u, o koning, die gegroeid en sterk geworden zijt; want uw grootheid is gegroeid, en reikt tot aan den hemel, en uw heerschappij tot aan het einde der aarde.
En toen zag de koning een wachter en een heilige van den hemel nederdalen, en zeide: Houw den boom af, en vernietig dien; maar laat den wortelstronk daarvan op de aarde, ja, met een band van ijzer en koper, in het malse gras des velds; En laat hem nat worden met de dauw des hemels, en laat zijn deel zijn bij het gedierte des velds, totdat zeven malen over hem zullen heengaan;
Dit is de uitlegging, o koning, en dit is het besluit des Allerhoogsten, dat over mijn heer, de koning, gekomen is:
Dat zij u van de mensen zullen verdrijven, en uw woning zal zijn bij het gedierte des velds, en zij zullen u gras doen eten als ossen, en zij zullen u bevochtigen met de dauw des hemels, en zeven tijden zullen over u heengaan, totdat gij weet, dat de Allerhoogste regeert in het koninkrijk der mensen, en het geeft aan wie Hij wil.
En terwijl zij geboden de stronk van de boomwortels te laten staan; uw koninkrijk zal u zeker zijn, nadat gij geweten zult hebben, dat de hemelen regeren.

Het koninkrijk zal u zeker zijn – Er werd geen nieuwe koning aangesteld; Evil-merodach, zijn zoon, was regent tijdens de krankzinnigheid van zijn vader.

Waarom, o koning, laat mijn raad voor u aanvaardbaar zijn, en breek uw zonden af door gerechtigheid, en uw ongerechtigheden door barmhartigheid te bewijzen aan de armen; indien het een verlenging van uw rust moge zijn.

Break off thy sins by righteousness – Doe recht. Gij zijt een onderdrukkend man geweest; toon barmhartigheid aan de armen, van wie velen door u zo zijn geworden; getuige het gehele volk der Joden. Hij moest ophouden met zijn zonden – berouw hebben en vruchten voortbrengen die tot berouw stemmen, opdat hij genade zou vinden in de hand van God.

Dit alles kwam over de koning Nebukadnezar.
Aan het einde van twaalf maanden wandelde hij in het paleis van het koninkrijk Babylon.
De koning sprak, en zeide: Is dit niet het grote Babylon, dat ik gebouwd heb tot het huis van het koninkrijk door de kracht van mijn macht, en tot eer van mijn majesteit?

Is dit niet groot Babylon – Hier werd zijn hart opgeblazen van trots; hij schreef alles aan zichzelf toe, en erkende God in niets. De muren, de hangende tuinen, de tempel van Bel en het koninklijk paleis, alles gebouwd door Nebukadnezar, maakten haar tot de grootste stad van de wereld.

Terwijl het woord in de mond van de koning was, klonk een stem uit de hemel, zeggende: O koning Nebukadnessar, tot u is gesproken: Het koninkrijk is van u geweken.

Terwijl het woord in de mond van de koning was – Hoe vreselijk voor een zegevierende en trotse koning: “Uw koninkrijk is van u geweken.” Al uw goederen en goden zijn in een ogenblik verdwenen!

En zij zullen u verdrijven van de mensen, en uw woning zal zijn bij het gedierte des velds; zij zullen u gras doen eten als ossen, en zeven tijden zullen over u heengaan, totdat gij weet, dat de Allerhoogste regeert in het koninkrijk der mensen, en het geeft aan wie Hij wil.

Zij zullen u maken, enz. – Gij zult gemaakt worden om gras te eten als ossen. De waanzin die hem overviel bracht hem ertoe de maatschappij te verlaten en naar de bossen en woestijnen te vluchten, waar hij leefde als een wild beest, zijn haren lang en dik wordend, zodat ze een substituut voor kleding zijn; en zijn nagels sterk en gehaakt, zodat hij beter in bomen kon klimmen en de grond kon omwoelen, om wortels en aardnoten te krijgen. Het was de barmhartigheid van God die hem zo bekleedde en uitrustte. Zijn geval lijkt veel op dat van de maniak uit het Evangelie, die tussen de graven en in de bergen woonde, en die de gemeenschap met de mensen schuwde.

Hetzelfde uur werd de zaak vervuld over Nebukadnezar; en hij werd van de mensen verdreven, en hij at gras als ossen, en zijn lichaam werd nat van de dauw des hemels, totdat zijn haren groeiden als arendsveren, en zijn nagels als vogelklauwen.
En aan het einde der dagen hief ik, Nebukadnezar, mijn ogen op naar de hemel, en mijn verstand keerde tot mij terug, en ik zegende den Allerhoogste, en ik loofde en eerde Hem, Die in eeuwigheid leeft, wiens heerschappij een eeuwige heerschappij is, en zijn koninkrijk is van geslacht tot geslacht:
En al de inwoners der aarde worden als niets aanzien; en Hij doet naar Zijn wil in het leger des hemels, en onder de inwoners der aarde; en niemand kan Zijn hand weerhouden, of tot Hem zeggen: Wat doet Gij?
Tegelijkertijd keerde mijn verstand tot mij terug; en ter meerdere glorie van mijn koninkrijk keerde mijn eer en helderheid tot mij terug; en mijn raadsheren en mijn heren zochten mij op; en ik werd gevestigd in mijn koninkrijk, en uitmuntende majesteit werd mij toegevoegd.

Mijn verstand keerde terug – Alles wat door de droom en de uitlegging daarvan werd tentoongespreid, was in vervulling gegaan. Het is zeer waarschijnlijk dat deze ongelukkige koning zich zo verborgen had dat de plaats van zijn toevlucht niet werd ontdekt; en de voorzienigheid van God had over alles zo goed gewaakt, dat hij bij zijn terugkeer in zijn paleis zijn raadslieden en zijn heren aantrof, die hem blij ontvingen, en hem aanhalig waren en dienden zoals zij voorheen hadden gedaan.

Nu loof en prijs en eer ik Nebukadnezar, de Koning des hemels, wiens werken waarheid zijn, en zijn wegen recht; en die in hoogmoed wandelen, kan Hij vernederen.

Nu loof en prijs ik – Het is zeer waarschijnlijk dat Nebukadnezar een ware bekeerling was; dat hij niet meer terugviel in afgoderij, en stierf in het geloof van de God van Israël. Er wordt verondersteld dat hij zeventien jaar na zijn herstel leefde. Maar de geautoriseerde versie, die in de kantlijn wordt gevolgd, stelt de datum van dit decreet op 563 v. Chr., het jaar voorafgaande aan Nebukadnezar’s dood.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.