Een medeklinker is de klank van de mondtong die wordt voortgebracht door het sluiten of vernauwen van het spraakkanaal door de organen die met de articulatie verbonden zijn dichter bij elkaar te brengen of met elkaar in contact te brengen, waardoor hoorbare turbulentie ontstaat. Met andere woorden, een medeklinker is een soort letter van het alfabet.
Het woord consonant betekent in het Latijn “samenklinken met”, en heeft te maken met het idee dat medeklinkers op zichzelf geen klank hebben, maar altijd vergezeld moeten gaan van een of meer klinkers – de andere soort letters – om betekenis te hebben. Dit is meer specifiek het geval in de Spaanse taal, aangezien er in andere talen woorden zijn waarin klinkers ontbreken.
De medeklinkers van de Spaanse taal zijn: B, C, D, F, G, H, J, K, L, M, N, Ñ, P, Q, R, S, T, V, W, X, Y en Z.
Elke medeklinker wordt gekenmerkt door onderscheidende kenmerken die hem als zodanig definiëren en die eigen zijn aan elke taal ter wereld. Deze zijn: de wijze van articulatie (het criterium is volgens de wijze waarop de luchtstroom wordt belemmerd), het articulatiepunt (volgens de plaats in het mondkanaal waar de luchtbelemmering zich voordoet), de fonatiewijze (hoe de stemplooien trillen), de VOT (of “voice onset time”, d.w.z. de vertragingstijd van de fonatie), het luchtstromingsmechanisme, de lengte en de articulatoire kracht.
In de uitspraak van medeklinkers zijn er verschillende soorten articulatie die kunnen zijn: labiaal (bilabiaal, labio-velair, labio-alveolair of labiodental), coronaal (linguolabiaal, interdentaal, dentaal, alveolair, apicaal, laminair, postalveolair, alveolo-palataal, retroflex), dorsaal (palataal, labio-palataal, velaar, uvulair, uvulair-epiglottaal), radicaal (faryngeaal, epiglottaal-pharyngeaal, epiglottaal) en glottaal.
De combinatie van de medeklinkers met de klinkers resulteert in het Spaans in elk woord, van het eenvoudigste tot het meest complexe, en dus in de constructie van zinnen.