Het is nuttig om drie betekenissen van het woord “bewustzijn” te onderscheiden. ‘Minimaal’ bewustzijn is het optreden van enige mentale activiteit, ongeacht of het subject zich van deze activiteit bewust is of niet. Perceptueel bewustzijn is perceptuele activiteit. Minimaal en perceptueel bewustzijn kunnen aanwezig zijn, maar “introspectief” bewustzijn kan ontbreken. Introspectief bewustzijn wordt opgevat zoals het door Locke en Kant werd opgevat: als perceptie-achtig bewustzijn van de eigen huidige mentale toestanden en activiteiten van het subject. Het omvat het introspectieve bewustzijn van het introspectieve bewustzijn zelf. Een nuttig model om introspectief bewustzijn te demystificeren en te naturaliseren is het proprioceptieve bewustzijn van het subject van lichamelijke toestanden en activiteiten. Introspectief bewustzijn kan verder worden onderverdeeld in “reflexmatig” introspectief bewustzijn en “eigenlijke introspectie”. Het onderscheid is er een van graad: de mate van aandacht die erbij betrokken is. Wij hechten een zeer bijzonder belang aan introspectief bewustzijn en zijn bijzonder onwillig om het te vereenzelvigen met een zuiver fysisch proces in de hersenen. Er wordt echter gesuggereerd dat dit voortkomt uit (a) het feit dat wat introspectief is wordt opgevat als een toestand of activiteit van een enkel ding, het zelf; en (b) het feit dat herinnering aan gebeurtenissen over het algemeen alleen mogelijk is als de gebeurtenis die men zich herinnert op dat moment het voorwerp van introspectief bewustzijn was. Zonder introspectief bewustzijn ontbreekt derhalve het bewustzijn van een zelf en de voorgeschiedenis van dat zelf.