Favourite First Lines in Books

, Author

X

Privacy & Cookies

Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Meer informatie, inclusief hoe u cookies kunt beheren.

Got It!

Advertenties

Een tijdje geleden stuitte ik ergens in de diepte van Youtube op mensen die hun favoriete eerste regels in boeken deelden. Ik was geïntrigeerd en begon me af te vragen wat mijn favoriete eerste regels waren. Wat maakt een eerste regel geweldig? Waarom onthouden we sommige eerste zinnen voor altijd en vergeten we andere? Voor mij is een goede eerste regel een combinatie van poëtische schoonheid van woorden en een slimme introductie van de wereld in het boek. Er zijn natuurlijk talloze boeken met geweldige eerste regels, maar vandaag wil ik vier boeken met mijn favoriete eerste regels met jullie delen.

P1080408b

The Hobbit door J.R.R. Tolkien

“In een gat in de grond leefde een hobbit. Niet een smerig, vies, nat hol, gevuld met wormeinden en een vieze geur, noch een droog, kaal, zanderig hol met niets om op te zitten of te eten: het was een hobbit-hol, en dat betekent troost.”

Natuurlijk moest ik beginnen met De Hobbit. Afgezien van mijn overduidelijke obsessie voor Tolkiens Midden-aarde, zijn de eerste regels van The Hobbit gewoon prachtig geschreven. De eerste regel is eenvoudig, maar intrigerend. Het doet je onmiddellijk afvragen wie of wat een hobbit is (in de veronderstelling dat je er nog nooit van gehoord hebt). De tweede regel vertelt je een heleboel over wat hobbits zijn. Op dit punt weet de lezer misschien nog steeds niet wat een hobbit is, maar de lezer weet wel al dat hobbits van comfort houden en dat voedsel een belangrijke rol speelt in hun leven. De eenvoudige zinsbouw trekt je naar binnen en voor je het weet, heb je het eerste hoofdstuk al uitgelezen.

Harry Potter en de Steen der Wijzen door J.K. Rowling

“Meneer en mevrouw Dursley, van nummer vier, Privet Drive, konden met trots zeggen dat ze volkomen normaal waren, dank u wel. Zij waren de laatste mensen van wie je zou verwachten dat ze betrokken waren bij iets vreemds of mysterieus, want ze hielden zich gewoon niet bezig met zulke onzin.”

Net als bij The Hobbit zorgt de eenvoudige zinsbouw van Rowlings Harry Potter and the Philosopher’s Stone ervoor dat je van zin naar zin springt tot je zonder het te weten het einde van het eerste hoofdstuk hebt bereikt. Een interessant aspect van Harry Potter and the Philosopher’s Stone is dat het niet begint met het hoofdpersonage. Als je de titel van het boek leest, zou je van alles verwachten, maar om te beginnen met de meest niet-magische personages in de roman. In plaats van de lezers te introduceren in de tovenaarswereld van Harry Potter, neemt de roman de lezers bij de hand en laat ze de wonderen van de magie ervaren door Harry geleidelijk aan.

Lolita door Vladimir Nabokov

“Lolita, licht van mijn leven, vuur van mijn lendenen. Mijn zonde, mijn ziel. Lo-lee-ta: het puntje van de tong dat drie stappen langs het gehemelte doet om, op drie, op de tanden te tikken. Lo. Lee. Ta.”

Als Nabokovs prachtige poëtische stijl er niet was geweest, zou Lolita waarschijnlijk niet zo controversieel zijn geweest als ze nu is. Ik zal het uitleggen. Als Lolita was geschreven door een minder getalenteerde auteur, zou het misschien tijdelijk aandacht hebben gekregen, maar zou het zijn afgedaan als ‘walgelijke rotzooi’ en uiteindelijk zijn vergeten. Maar door Nabokovs talent kan de lezer niet anders dan zich aangetrokken voelen tot de denkwereld van Humbert Humbert. De lezer wordt heen en weer geslingerd tussen de realiteit van een, zacht uitgedrukt, “ongepaste relatie” en de poëtische schoonheid van de roman. Alleen omdat de lezer zich tot op zekere hoogte kan inleven in Humbert (hoe klein die mate ook moge zijn), is Lolita zo controversieel geworden.

Naast de poëtische schoonheid van deze regels, onthult deze korte passage veel over de verteller. Allereerst leert de lezer dat dit een verteller in de eerste persoon is. Dit is in zoverre veelbetekenend omdat het je al vertelt dat je niet alles klakkeloos moet geloven, want vertellers in de eerste persoon zijn altijd erg onbetrouwbaar. Ten tweede geeft deze passage, waarin uitgebreid wordt uitgelegd hoe de naam Lolita bij het spreken wordt gevormd, aan dat de nog naamloze verteller niet alleen van Lolita houdt, maar dat hij ongezond door haar geobsedeerd is. Ten slotte blijkt ook dat de verteller zich ervan bewust is dat zijn liefde of obsessie voor Lolita ongepast is door uit te leggen dat zij zijn zonde is.

The Bone People door Keri Hulme

“Hij loopt door de straat. Het asfalt rolt langs hem heen.
Het is een en al stilte.
De stilte is muziek.
Hij is de zanger.
De voorbijgangers glimlachen en schudden hun hoofd.
Hij steekt een hand naar ze uit.
Ze openen hun handen als bloemen, verlegen.
Hij glimlacht met hen.
Het licht is verblindend: hij houdt van het licht.
Zij zijn het licht.”

Ik ben een tijdje geleden begonnen met het lezen van The Bone People, maar het is me nog steeds niet gelukt om het uit te lezen. Niet omdat ik het niks vind. Integendeel, dit is zo’n roman die je af en toe moet neerleggen om de woorden die je net hebt gelezen te kunnen waarderen. Zo mooi als deze eerste regels zijn, zo onmogelijk kan ik mijn gevoelens ervoor onder woorden brengen. Hulme’s gebruik van metaforen is verbluffend. De lezer heeft geen idee wie dit personage is en waar het over gaat, maar de lezer wordt desondanks in de roman gezogen.

Zoals gezegd zijn er talloze andere boeken met geweldige eerste regels, zoals Bradbury’s Fahrenheit 451, of Barry’s Peter Pan, maar deze vier zijn mijn absolute favorieten. Elk van deze vier inzendingen betoverde me en liet me mijn omgeving al in de eerste zin vergeten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.