Het heupgewricht functioneert mechanisch als een bal, de femurkop genaamd, en een kom, het acetabulum genaamd. Femoroacetabular Impingement (FAI) treedt op wanneer de femurkop, of kop van het dijbeen, het bewegingsbereik in de kom, of het acetabulum, beperkt en gepaard gaat met pijn. Deze bewegingsbeperking wordt veroorzaakt door een abnormale botsing tussen de femurkop en het acetabulum als gevolg van ofwel de vorming van overtollig bot op de femurkop ofwel botovergroei op de acetabulumrand. Deze aandoening treedt op tijdens de normale ontwikkeling van de botgroei of als gevolg van een trauma aan de heup.

De impact van de impingement tussen de femurkop en het acetabulum kan het kraakbeen en het labrum van het heupgewricht beschadigen. Het symptoom dat patiënten het eerst opmerken is meestal pijn in de liesstreek na langdurig lopen of zitten. De pijn kan zich uiten als een scherp gevoel, doffe pijn, of ook gevoeld worden in de billen of de zijkant van het dijbeen.

Diagnostische beeldvorming wordt gebruikt om impingement te diagnosticeren. Met röntgenstralen kan de chirurg een abnormale botstructuur op de femurkop of het acetabulum bekijken, en met MRI (magnetische resonantiebeeldvorming) kan schade aan de zachte weefsels tussen de botoppervlakken worden aangetoond. Soms is een CT-scan nodig om de botstructuur beter te bepalen.

Het labrum is de zachte kraakbeenring die de rand van de heupkom, of acetabulum, bekleedt. Dit kraakbeen kan scheuren als gevolg van letsel aan het heupgewricht, of zelfs slijtage door herhaaldelijke atletische activiteiten. Bepaalde andere aandoeningen van de heup kunnen het risico op scheuren in de labralis verhogen, waaronder:

• Femoroacetabular Impingement Syndrome (FAI), dat optreedt wanneer het bot van het femur op de kom van het acetabulum drukt.
• Heupdysplasie, een misvorming of verkeerde uitlijning van het heupbeen.
• Osteoartritis, een gevolg van basisslijtage van uw gewrichten.

Symptomen van een heuplabraalscheur kunnen zijn: een beperkt bewegingsbereik van de heup, pijn bij het uitvoeren van een activiteit, klikken of vastzitten van de heup, of het gevoel dat de heup het plotseling “begeeft.”

Conservatieve, niet-chirurgische behandeling is gewoonlijk de eerste actie bij de behandeling van labrale heupscheuren of impingement. Deze kan bestaan uit ontstekingsremmende geneesmiddelen zoals Ibuprofen, fysiotherapie en injecties in het heupgewricht. Scheuren die niet goed reageren op de conservatieve behandeling kunnen worden hersteld met een arthroscopische operatie op poliklinische basis waarbij de patiënt onder algehele narcose wordt gebracht.

Na de operatie worden gedurende 2 weken krukken gebruikt en wordt soms een brace gedragen om extra steun te bieden tijdens het genezingsproces. Fysiotherapie zal worden voorgeschreven om de kracht in het been, de heup en de kernspieren goed op te bouwen. Het succes van de behandeling hangt af van de mate waarin de patiënt de instructies van de arts en therapeut opvolgt

Voor meer informatie over Femoroacetabular Impingement (FAI):

Patient Education