Functies van het besturingssysteem

, Author

Een besturingssysteem is een programma dat fungeert als een GUI (Graphical User Interface) voor de gebruiker van de computer. Het regelt de uitvoering van alle soorten toepassingen.

Het besturingssysteem voert de volgende functies uit in een apparaat.

  1. Instructie
  2. Invoer/uitvoerbeheer
  3. Geheugenbeheer
  4. Bestandsbeheer
  5. Processorbeheer
  6. Jobprioriteit
  7. Speciaal controleprogramma
  8. Rooster van bronnen en taken
  9. Veiligheid
  10. Monitoringactiviteiten
  11. Job accounting

Instructie: Het besturingssysteem zorgt voor een onderling begrip tussen de verschillende instructies die door de gebruiker worden gegeven.

Input/output Management: Welke uitvoer zal er komen uit de door de gebruiker gegeven invoer, het besturingssysteem voert dit programma uit. Dit beheer omvat het coördineren van verschillende in- en uitvoerapparaten. Het wijst de functies toe van die apparaten waarop een of meer toepassingen worden uitgevoerd.

Geheugenbeheer: Het besturingssysteem zorgt voor de verantwoordelijkheid van het opslaan van alle gegevens, systeemprogramma’s en gebruikersprogramma’s in het geheugen. Deze functie van het besturingssysteem wordt geheugenbeheer genoemd.

Bestandsbeheer: Het besturingssysteem is behulpzaam bij het aanbrengen van wijzigingen in de opgeslagen bestanden en bij het vervangen ervan. Het speelt ook een belangrijke rol bij het overbrengen van diverse bestanden naar een apparaat.

Processorbeheer: De processor is de uitvoering van een programma dat het gespecificeerde werk in dat programma volbrengt. Het kan worden gedefinieerd als een uitvoeringseenheid waar een programma wordt uitgevoerd.

Job Priority: Het werk van job priority is creatie en promotie. Het bepaalt welke actie het eerst moet worden gedaan in een computersysteem.

Speciaal besturingsprogramma: De besturingssystemen maken automatische wijzigingen in de taak door middel van specifieke besturingsprogramma’s. Deze programma’s worden speciale besturingsprogramma’s genoemd.

Planning van bronnen en taken: Het besturingssysteem bereidt de lijst van taken voor die moeten worden uitgevoerd voor het apparaat van het computersysteem. Het besturingssysteem beslist welk apparaat voor welke taak moet worden gebruikt. Deze actie wordt gecompliceerd wanneer in een computersysteem meerdere taken tegelijk moeten worden uitgevoerd. De planningsprogramma’s van het besturingssysteem bepalen de volgorde waarin taken worden uitgevoerd. Het voert deze taken uit op basis van de prioriteit die de gebruiker aan de uitvoering van de taken heeft gegeven. Het maakt de taken beschikbaar op basis van de prioriteit van het apparaat.

Veiligheid: Computerbeveiliging is een zeer belangrijk aspect van elk besturingssysteem. De betrouwbaarheid van een besturingssysteem wordt bepaald door de mate van beveiliging die het ons biedt. Moderne besturingssystemen maken gebruik van een firewall voor de beveiliging. Een firewall is een beveiligingssysteem dat toezicht houdt op elke activiteit die in de computer plaatsvindt en die activiteit blokkeert in geval van een bedreiging.

Het controleren van activiteiten: Het besturingssysteem zorgt voor de activiteiten van het computersysteem tijdens verschillende processen. Dit breekt het programma af als er fouten zijn. Het besturingssysteem stuurt onmiddellijk berichten naar de gebruiker voor elke onverwachte fout in het input/output apparaat. Het biedt ook veiligheid aan het systeem wanneer het besturingssysteem wordt gebruikt in systemen die door meerdere gebruikers worden bediend. Zodat illegale gebruikers geen gegevens uit het systeem kunnen halen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.