Handen kunnen een grote verscheidenheid aan functies uitvoeren, waaronder grove en fijne motorische bewegingen. Met grove motoriek kunnen we grote voorwerpen oppakken of zware arbeid verrichten. De fijne motoriek stelt ons in staat delicate taken uit te voeren, zoals het vasthouden van kleine voorwerpen of het verrichten van gedetailleerd werk.
De complexe vaardigheden van de hand zijn een deel van wat de mens uniek maakt. Alleen de mens heeft het vermogen om de duim dwars over de hand te leggen en zich te verbinden met de ringvinger en de pink. Dit vermogen geeft ons de handigheid om gereedschap te gebruiken. Het geeft ons ook een krachtige greep.
De hand kan worden beschouwd in vier segmenten:
- Vingers: De vingers, die zich vanuit de handpalm uitstrekken, maken het voor de mens mogelijk om de kleinste voorwerpen vast te pakken.
- Palm: Dit is de onderkant van het lichaam van de hand.
- Rug (opisthenar): De rug van de hand toont het dorsale veneuze netwerk, een web van aderen.
- Pols: Het verbindingspunt tussen de arm en de hand, de pols maakt handbewegingen mogelijk.
Elke hand bestaat uit 19 botten. De handpalm omvat vijf middenhandsbeentjes, en elke vinger, behalve de duim, bevat een proximale falanx, een middelste falanx, en een distale falanx. De duim heeft geen middenkootje. Elk bot is verbonden door een reeks ligamenten.
Elke vingertop – distale falanx en bijbehorend weefsel – bevat een vingernagel. Deze structuren zijn gemaakt van keratine, een taai eiwit. Soortgelijke soorten keratine vormen ook het haar van mensen, de schubben en klauwen van reptielen, en de veren, klauwen en snavels van vogels.
De handpalm bevat geen melanine (huidpigment) of haarzakjes. De enige andere plaats op het lichaam waar deze beide ontbreken is de voetzool. Deze twee oppervlakken hebben ook een dikkere huid dan andere plaatsen van het lichaam.
Hoewel volledig functionele handen grote dingen tot stand kunnen brengen, zijn ze gevoelig voor een aantal kwalen, waaronder:
- artritis
- misvormingen
- zenuwaandoeningen
- knobbelving
- peesplaatontsteking
- carpaal tunnel syndroom
- botbreuken
- Spanningen, verrekkingen, snijwonden en kneuzingen