Harvey Keitel, (geboren 13 mei 1939, Brooklyn, New York, U.S.), Amerikaans filmacteur bekend om zijn branieachtige tough-guy persona en wrange gruwelijke delivery.
Keitel diende in het U.S. Marine Corps en studeerde daarna aan de Actors Studio. In 1968 maakte hij zijn filmdebuut in Who’s That Knocking at My Door? (ook uitgebracht als I Call First). Het was de eerste speelfilm geregisseerd door Martin Scorsese, en de twee mannen werkten later samen aan een aantal opmerkelijke films, waaronder Mean Streets (1973), Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974), en Taxi Driver (1976). Bekend om zijn Brooklyn accent en de intensiteit van zijn optredens, speelde Keitel bijrollen of hoofdrollen in films als Bugsy (1991), waarvoor hij een Academy Award nominatie kreeg voor zijn rol als Mickey Cohen; Thelma and Louise (1991); Reservoir Dogs (1991), Quentin Tarantino’s gewelddadige film over een mislukte roofoverval; en The Piano (1993).
Keitels latere films waren onder meer Pulp Fiction (1994), die hem herenigde met Tarantino; Red Dragon (2002); en National Treasure (2004) en het vervolg daarop, National Treasure: Book of Secrets (2007). Daarna was hij te zien in de komedies Little Fockers (2010), Moonrise Kingdom (2012), en The Grand Budapest Hotel (2014); de laatste twee werden geregisseerd door Wes Anderson. Keitel speelde een filmagent in de futuristische thriller The Congress (2014); een acteur in de verzameling korte films Rio, eu te amo (2014; Rio, I Love You); en een ouder wordende filmregisseur in het melancholisch cynische Youth (2015). Tot zijn films uit 2018 behoorde de stop-motion animatiefilm Isle of Dogs. Later werkte hij opnieuw samen met Scorsese aan het maffia-drama The Irishman (2019), met ook Robert De Niro en Al Pacino in de hoofdrollen.