36 000 jaar geleden maakten mannen en vrouwen een aantal unieke en diep ontroerende kunstwerken op de kalkstenen wanden van de Grot van Chauvet, voor de eeuwigheid bevroren binnen een schild van calciet en klei.
Tienduizenden jaren ongestoord gelaten, werd deze immense natuurlijke kathedraal ontdekt op 18 december 1994 in Vallon-Pont-d’Arc, in de Ardèche door drie amateur speleologen, Jean Marie Chauvet, Éliette Brunel, en Christian Hilaire.
De unieke en uitstekende universele eigenschappen van de grot werden in juni 2014 erkend door de UNESCO met de inscriptie als werelderfgoed. Dit juweel van een grot vertoont een zeer zeldzame combinatie van drie kenmerken: de ouderdom, de staat van bewaring en de weelderigheid en overvloed van de kunstwerken: De 1000 tekeningen omvatten 425 dierfiguren en een ongekend bestiarium van 14 verschillende soorten, waarvan de meeste gevaarlijke dieren zijn, zoals holenberen, wolharige neushoorns, mammoeten en wilde katten. De grot bevat ook enkele voorstellingen die uniek zijn in de paleolithische pariëtale kunst, zoals een panter, een uil en het onderste deel van een vrouwelijk menselijk lichaam.
Om evidente redenen van instandhouding zal de grot nooit voor het publiek toegankelijk zijn, waardoor het reconstructieproject van dit Werelderfgoed een verplichting wordt.
Sinds 25 april 2015 kunt u ’s werelds grootste replica van een versierde grot ontdekken, het eerste meesterwerk van de Mensheid.