ZP_Dance_by Aaron Douglas 1899-1979
Love poems, Blues poems – from The Harlem Renaissance:
Langston Hughes verzen gecomponeerd tussen 1924 en 1930:
.
“Subway Face”
Dat ik mijn hele leven al op zoek ben naar jou
Doet er voor jou niet toe.
Je weet het niet.
Je hebt het nooit geweten.
Ik ook niet.
Nu neem jij de Harlem trein naar boven;
Ik neem een lokale trein naar beneden.
(1924)
. . . .
“Poem (2)” (To F. S.)
Ik hield van mijn vriend.
Hij ging van me weg.
Er valt niets meer te zeggen.
Het gedicht eindigt,
Zacht als het begon –
Ik hield van mijn vriend.
(1925)
. .
“Beter”
Beter in de stille nacht
Om alleen te zitten huilen
Dan mijn hoofd op de schouder van een ander te laten rusten
Nadat je weg bent.
Beter, op de stralende dag,
gevuld met zon en lawaai,
om naar geen enkel lied te luisteren
dan een andere stem te horen.
. . .
“Poem (4)” (To the Black Beloved)
Ah,
Mijn zwarte,
Tou art not beautiful
Yet thou hast
A loveliness
Surbing beauty.
Oh,
Mijn zwarte,
Gij zijt niet goed
Maar gij hebt
een zuiverheid
die goedheid overtreft.
Ah,
Mijn zwarte,
Gij zijt niet lichtend
Maar een altaar van juwelen,
Een altaar van glinsterende juwelen,
zou verbleken in het licht
van uw duisternis,
verbleekt in het licht
van uw nachtelijkheid.
. .
“The Ring”
De liefde is de meester van de ring
En het leven een circustent.
Wat is dit voor een stom liedje dat je zingt?
De liefde is de meester van de ring.
Ik ben bang!
Bang voor de liefde
En voor de bittere zweep van de liefde!
Bang,
Bang voor de liefde
En voor de scherpe, stekende zweep van de liefde.
Wat is dat domme liedje dat je zingt?
De liefde is de meester van de ring.
(1926)
. . . .
“Ma Man”
When ma man looks at me
He knocks me off ma feet.
When ma man looks at me
He knocks me off ma feet.
Hij heeft van die ‘lectric-shockin’ eyes and’
De manier waarop hij me shockeert sho is sweet.
Hij kan banjo spelen.
Lordy, hij kan plunk, plunk, plunk.
Hij kan banjo spelen.
Ik bedoel plunk, plunk… plunk, plunk.
Hij speelt goed als hij nuchter is
An’ better, better, better when he’s drunk.
Eagle-rockin’,
Daddy, eagle-rock met mij.
Eagle-rockin’,
Come an’ eagle-rock with me.
Honey baby,
Eagle-rockish as I kin be!
…
“Lament over Love”
I hope my child’ll
Never love a man.
I say I hope my child’ll
Never love a man.
Love can hurt you
Mo’n anything else can.
Ik ga naar de rivier
En ik ga er niet heen om te zwemmen;
Naar de rivier,
Naar de rivier om te zwemmen.
Mijn ware liefde heeft me verlaten
En ik ga er heen om aan hem te denken.
Liefde is als whisky,
Liefde is als rode, rode wijn.
Liefde is als whisky,
Zoete rode wijn.
Als je gelukkig wilt zijn
Je moet altijd liefhebben.
I’m goin’ up in a tower
Tall as a tree is tall,
Up in a tower
Tall as a tree is tall.
Gonna think about my man –
And let my fool-self fall.
(1926)
. . .
“Dressed Up”
Ik heb ma clothes cleaned
Just like new.
I put ‘em on but
I still feels blue.
Ik heb een nieuwe hoed gekocht,
Sho is fine,
Maar ik wou dat ik terug had dat
Old gal o’ mine.
Ik heb nieuwe schoenen.
Ze doen m’n voeten geen pijn,
Maar ik heb niemand
om me lief te noemen.
. . .
“To a Little Lover-Lass, Dead”
She
Who searched for lovers
In the night
Has gone the quiet way
Into the still,
Dark land of death
Beyout the rim of day.
Nu als een kleine eenzame zwerver
wandelt zij
over een eindeloze straat
En geeft haar kus aan het niets.
Wou God zijn lippen zoet maken!
…
“Harlem Night Song”
Kom,
Laat ons samen door de nacht zwerven
Zingend.
Ik hou van je.
Over de daken van Harlem
De maan schijnt.
De nachtelijke hemel is blauw.
Stars are great drops
Of golden dw.
Down the street
A band is playing.
I love you.
Come,
Let us roam the night together
Sing.
…
“Passing Love”
Omdat je voor mij een lied bent
moet ik je niet te lang zingen.
Omdat je voor mij een gebed bent
kan ik je niet overal zeggen.
Omdat jij voor mij een roos bent
Jij blijft niet als de zomer voorbij is.
(1927)
. . . .
“Verlangen”
Verlangen voor ons
Was als een dubbele dood,
Zwind stervend
van onze samengebalde adem,
Verdamping
Van een onbekend vreemd parfum
Tussen ons snel
In een naakte
Ruimte.
. .
“Dromer”
Ik neem mijn dromen
En maak er een bronzen vaas van,
En een brede ronde fontein
Met een mooi beeld in het midden,
En een lied met een gebroken hart,
En ik vraag je:
Vertel jij mijn dromen?
Soms zeg je van wel
En soms zeg je van niet.
Het maakt niet uit.
Ik blijf dromen.
(1927)
. . .
“Lover’s Return”
Mijn oude vader
Kwam gisteravond thuis.
Zijn gezicht was bleek en
Zijn ogen keken niet goed.
Hij zegt: “Mary, ik ben
thuisgekomen bij jou –
Zo ziek en eenzaam
Ik weet niet wat ik moet doen.”
Oh, mannen behandelen vrouwen
Net als een paar schoenen –
Je schopt ‘em rond en
Doet ‘em zoals je zelf kiest.
Ik keek naar mijn vader –
Lawd! en ik wilde huilen.
Hij zag er zo mager uit –
Lawd! dat ik wilde huilen.
Maar de duivel zei tegen me:
Vloek een minnaar
Kom thuis om te sterven!
(1928)
. . .
“Hurt”
Who cares
About the hurt in your heart?
Make a song like this
for a jazz band to play:
Nobody cares.
Nobody cares.
Make a song like that
From your lips.
Nobody cares.
. . .
“Spring for Lovers”
Verlangen weeft zijn fantasie van dromen,
En de hele wereld wordt een tuin dichtbij,
Waarin wij dwalen, jij en ik samen,
Gelovend in het symbool van de roos,
Gelovend alleen in de heldere bloem van het hart –
Vergeten – bloemen verwelken in een uur.
(1930)
. . …
“Rent-Party Shout: For a Lady Dancer”
Whip it to a jelly!
Too bad Jim!
Mamie’s got ma man –
An’ I can’t find him.
Shake that thing! O!
Schud het langzaam!
Die man waar ik van hou is gemeen en laag.
Pistool en scheermes!
Razor en geweer!
Als ik een man zie, kan hij beter rennen…
Want ik schiet hem in de schouder,
Of ik hak hem neer,
Want ik weet dat ik hem kan vinden.
Als hij in de grond ligt…
Dan kan geen enkele andere vrouw…
hem rond hebben liggen.
Speel het, Mr. Nappy!
Je muziek is goed!
Ik ga die
Man van me vermoorden!
(1930)
…
Op de wijze van alle grote dichters schreef Langston Hughes (1 februari 1902 – 1967) liefdesgedichten (en love-blues gedichten), waarbij hij de stemmen en perspectieven van zowel Man als Vrouw gebruikte. Naast deze kunst was Hughes’ homoseksualiteit, die tijdens zijn leven echt was maar niet bekend werd gemaakt, waarschijnlijk verantwoordelijk voor de subtiele en zeer originele dichtersstem die hij gebruikte voor drie van de hier opgenomen gedichten: Subway Face, Poem (2), en Desire. Hughes behoorde tot een groot aantal zwarte migranten die in het Zuiden of Mid-Westen waren geboren en vanaf ongeveer 1920 naar Harlem in New York City trokken. Samen met Countee Cullen, Zora Neale Hurston, Wallace Thurman en vele anderen, maakte Hughes deel uit van de Harlem Renaissance, die prachtige, frisse bloei van de zwart-Amerikaanse cultuur.