Abstract
Twee genetisch verschillende klassen van meropenem-arme-ontvankelijkheid Pseudomonas oaeruginosa PA02152 mutanten, die spontaan ontstonden, werden geïsoleerd. Twee meropenem-resistentiegenen, mpmA en mpmB, werden in kaart gebracht in de buurt van respectievelijk ilvB/C en proC op het P. aeruginosa PAO-chromosoom. Men dacht dat mpmA identiek was aan oprD2 vanwege de kruisresistentie tegen carbapenems en de associatie met het verlies van het buitenmembraaneiwit D2 (OprD2). De mpmB-mutatie leidde tot een 4-voudige toename van de resistentie tegen meropenem en tot kruisresistentie tegen verschillende soorten antimicrobiële middelen, bv. carbenicilline, norfloxacine en chlooramfenicol. De mpmB-mutant was echter wel gevoelig voor imipenem. Deze mutant bezat nog steeds OprD2 en vertoonde een verhoogde expressie van een 48-kD buitenmembraaneiwit, hoewel het profiel van de Β-lactamaseactiviteit en de affiniteit van penicillinebindende eiwitten voor Β-lactams niet te onderscheiden waren van die van de ouderstam. Het resistentiegen mpmB werd op grond van de resultaten van de transductieanalyse beschouwd als een allel van nalB (of cfxB of oprK). De mutatiefrequentie van mpmA:mpmB was in de verhouding 4:1. Dezelfde resultaten werden verkregen bij een andere klinisch geïsoleerde P. aeruginosa-stam. Meropenem-resistentie veroorzaakt door zowel mpmA- als mpmB-mutaties leek te wijten te zijn aan de verminderde permeabiliteit van antibiotica door het buitenmembraan. Deze bevindingen suggereren een nieuwe route voor de translocatie van meropenem, anders dan die welke door OprD2 door het buitenmembraan wordt gemedieerd. Aldus vertoonde meropenem een ongeveer 4- tot 8-voudige hogere activiteit dan imipenem tegen OprD2-deficiënte P. aeruginosa.