Narnia Character Ages
De meeste van de hoofdpersonen in The Chronicles of Narnia hebben hun geboortejaren vermeld in C.S. Lewis’s tijdlijn van Narnia geschiedenis, maar een paar vereisen wat zorgvuldige lezing te bepalen.
The Lion, the Witch and the Wardrobe: 1940
- Peter Pevensie: 13 – 28
- Susan Pevensie: 12 – 27
- Edmund Pevensie: 10 – 25
- Lucy Pevensie: 8 – 23
- Digory Kirke: 52
Prins Caspian: 1941
- Peter Pevensie: 14
- Susan Pevensie: 13
- Edmund Pevensie: 11
- Lucy Pevensie: 9
- Caspian: 13
The Voyage of the Dawn Treader: 1942
- Edmund Pevensie: 12
- Lucy Pevensie: 10
- Eustace Clarence Scrubb: 9
- Caspian: 16
The Silver Chair: 1942
- Eustace Clarence Scrubb: 9
- Jill Pole: 9
- Caspian: 66
- Rilian: 31
The Horse and His Boy
- Shasta/Cor and Corin: 14
- Aravis: Ca 13
- Peter Pevensie: 27
- Susan Pevensie: 26
- Edmund Pevensie: 24
- Lucy Pevensie: 22
The Magician’s Nephew: 1900
- Digory Kirke: 12
- Polly Plummer: 11
- Andrew Ketterley: 60+
The Last Battle: 1949
- Eustace Clarence Scrubb: 16
- Jill Pole: 16
- Peter Pevensie: 22
- Susan Pevensie: 21
- Edmund Pevensie: 19
- Lucy Pevensie: 17
- Digory Kirke: 61
- Polly Plummer: 60
Lewis’ tijdlijn vermeldt de geboortejaren van Edmund en Lucy als 1930 en 1932, maar De Leeuw, de Met en de Kleerkast zegt “dat er eigenlijk maar een jaar verschil tussen hen was” (hfdst. 4). Het is mogelijk dat Edmund eind 1930 is geboren en dat Lucy begin 1932 is geboren. Omdat we niet weten in welke maanden elk verhaal zich afspeelt, hebben we ervoor gekozen de wiskunde eenvoudig te houden omwille van de consistentie.
Arsheesh zegt dat hij Shasta als zuigeling ontdekte in hetzelfde jaar dat de Tisroc aan de macht kwam (hfdst. 1). Wat, volgens Ahoshta Tarkaan, ook het jaar was dat de winter van de Witte Heks eindigde (hfdst. 8). Lewis’s tijdlijn plaatst The Horse and His Boy 14 jaar na The Lion, the Witch and the Wardrobe. Daarom zijn Cor en Corin 14 jaar oud.
Shasta zegt tegen Aravis: “Je bent niet volwassen, ik geloof niet dat je ouder bent dan ik. Ik geloof niet dat je zo oud bent.” (
Andrew zegt: “Je weet niet hoe lang ik nog zal leven als ik me hier vestig. En dat is een grote overweging als een kerel zestig is geworden.” (hfdst. 9)