De pathofysiologie van immunoglobuline G4-gerelateerde ziekte (IgG4-RD) en zijn meest voorkomende manifestaties, IgG4-geassocieerde (scleroserende) cholangitis en auto-immuun pancreatitis, blijft grotendeels onbekend, maar IgG4 is vermoedelijk betrokken. IgG4 is een promiscue antilichaam, dat rechtstreeks pathogeen zou kunnen zijn, een beschermende rol zou kunnen vervullen, of gewoon een toevallige marker van een afwijkende ontstekingsreactie zou kunnen zijn. IgG4 antilichamen bezitten exclusieve structurele en functionele kenmerken die wijzen op anti-inflammatoire en tolerantie-inducerende effecten. Door de rol van IgG4 bij andere ontstekingsziekten te bestuderen, namelijk overgevoeligheid en allergieën, auto-immuunziekten en immuungemedieerde ziekten, infecties en maligniteiten, kunnen nieuwe inzichten worden verkregen die ons inzicht in de rol van IgG4-antilichamen bij IgG4-RD vergroten. Imkers, proefdierarbeiders en personen die allergeenimmunotherapie ondergaan, bezitten hoge serumspiegels van allergeen-specifieke IgG4, die immunosuppressieve functies vertonen, waardoor het individu beschermd wordt tegen anafylactische reacties. Bij auto-immuun/immuungemedieerde ziekten, zoals pemphigus vulgaris, pemphigus foliaceus en MuSK-myasthenia gravis, zijn IgG4-autoantilichamen pathogeen. Ten aanzien van maligniteiten zoals melanoom en cholangiocarcinoom of helminthische infecties remmen IgG4-antilichamen de opruiming van respectievelijk tumorcellen of de indringer. Als we deze bevindingen vertalen naar IgG4-RD, kan IgG4 alleen pathogene effecten en structurele schade tot stand brengen, maar kan het ook fungeren als een beschermend antilichaam dat de meer schadelijke effecten van IgG1 tempert wanneer het gericht is tegen dezelfde epitopen. Dit artikel maakt deel uit van een Special Issue getiteld: Cholangiocytes in Health and Disease onder redactie van Jesus Banales, Marco Marzioni, Nicholas LaRusso en Peter Jansen.