Pith is een lichte substantie afkomstig van de grondmeristeem die wordt aangetroffen bij vaatplanten; het bestaat grotendeels uit sponsachtig parenchymweefsel dat is aangepast voor opslag, dat zeer weinig structurele sterkte heeft en zich bevindt in het midden van de stengel van de tweezaadlobbigen en in de niet-houtachtige wortels van eenzaadlobbigen aan de binnenkant van de stengel. Het is omgeven door een ring van xyleem (houtachtig weefsel), en daarbuiten een ring van floëem (schorsweefsel). Bij de meeste planten is het merg massief, maar bij sommige planten, b.v. grassen en schermbloemigen, heeft het merg een hol centrum dat een holle buis vormt, behalve op de plaatsen waar bladeren worden gevormd, waar een massieve plaat dwars over de stengel ligt. Enkele planten, b.v. de walnoot, hebben een duidelijk gekamerd merg met talrijke korte holten in het merg.
Het merg varieert in diameter van ongeveer 0,5 mm tot 6-8 mm in massief merg van houtachtige planten, tot 30 mm in succulente stengel van cactussen of zelfs 150 mm of meer in de stengels van sommige planten met hol merg, b.v. sommige bamboes. Vers gegroeid merg in jonge nieuwe scheuten is typisch wit of lichtbruin, meestal donkerder naarmate de plant ouder wordt.
In houtachtige planten (bomen, struiken) wordt het merg omgeven door opeenvolgende jaarringen van hout — het kan zeer onopvallend zijn, maar is altijd aanwezig in het midden van een stam of tak. Vergelijk met: Cortex