Achtergrond: De normale pupilvernauwing bij licht is een onwillekeurige reflex die gemakkelijk kan worden opgewekt en geobserveerd zonder speciale apparatuur of ongemak voor de patiënt. Verzwakking van deze reflex bij oogzenuwaandoeningen werd 120 jaar geleden voor het eerst beschreven. Sindsdien is het onderzoek van de pupil een routineonderdeel geworden bij de beoordeling van oogzenuwaandoeningen.
Klinische technieken: De oorspronkelijke cover/uncover test vergelijkt pupillomotor drive in de twee ogen, maar vereist twee werkende pupillen en is relatief ongevoelig. De zwaaiende zaklamptest is nu het standaard klinisch instrument om pupillomotorische asymmetrie op te sporen. Deze test vereist slechts één werkpupil, is gemakkelijk te kwantificeren en heeft een hoge gevoeligheid in ervaren handen, maar de interpretatie van de resultaten vereist zorgvuldigheid. Meting van de pupilcyclustijd is de enige klinische test die niet berust op vergelijking met het andere oog, maar deze kan alleen worden gemeten bij milde tot matige oogzenuwstoornissen, is tijdrovender en minder gevoelig.
Laboratoriumtechnieken: Infrarode video-pupillografie maakt het mogelijk opnamen te maken van de pupilreacties op full-field of perimetrische lichtstimulatie onder streng gecontroleerde omstandigheden met een hoge mate van nauwkeurigheid. Frustrerend is dat er een grote variatie is in reflexversterking bij normale proefpersonen, waardoor de bruikbaarheid beperkt is, tenzij vergelijking wordt gemaakt met het andere oog of stimulatie van niet-aangetaste aangrenzende gebieden van het gezichtsveld.
Correlatie met andere tests: In het algemeen vertoont pupillomotortekort een goede correlatie met gezichtsveldtekort. Sommige ziekten van de oogzenuw worden echter geassocieerd met relatieve sparing van de pupilfunctie of de visuele functie, hetgeen impliceert dat pupiltests en psychofysische tests de functie in verschillende subpopulaties van oogzenuwvezels kunnen beoordelen. Er is minder bekend over de relatie tussen pupilmetingen en elektrodiagnostische tests.
Gebruik in de klinische praktijk: Pupilbeoordeling is van onschatbare waarde bij het onderscheiden van functioneel van organisch visueel verlies. Het nut ervan bij het onderscheiden van verschillende oorzaken van optische neuropathie en als prognostisch teken wordt geleidelijk aan duidelijk.