Het korte antwoord is: geen! Het betere antwoord is: Neuromusculaire blokkeringsmiddelen zoals atracurium, rocuronium, mivacurium enz. werken op de neuromusculaire junctie. Zij blokkeren de nicotine-acetylcholinereceptoren, waardoor geen inputs van zenuw- naar spiercellen kunnen worden doorgegeven (in tegenstelling tot suxamethonium, dat de nictotinereceptoren agoniseert, waardoor mensen na sux kort trillen voordat de verlamming intreedt).
Hartweefsel maakt wel gebruik van acetylcholine, maar het heeft muscarine-receptoren, zodat neuromusculaire blokkers geen effect hebben. Het hartweefsel heeft ook een intrinsiek automatisme dat de hartimpulsen/het kloppen organiseert.
Het is interessant dat wanneer men neuromusculaire blokkers “omkeert” met neostigmine (een acetylcholineesteraseremmer), er meer acetylcholine beschikbaar komt, maar niet alleen bij de neuromusculaire junctie, ook in het hartweefsel. Dit betekent dat neostigmine alleen een bradycardie zou veroorzaken (mogelijk aanzienlijk) en daarom geven we het (bijna) altijd met glycopyrrolaat, dat een relatieve tachycardie veroorzaakt.