Wanneer we het hebben over redenen, bewijzen of verplichtingen, heb ik de term prima facie door filosofen op twee verschillende manieren gebruikt zien worden, die het waard zijn om van elkaar te onderscheiden (ik zal het alleen over prima facie redenen hebben om het eenvoudig te houden).
Er is een prima facie reden in de zin van een factor die enig gewicht in de schaal legt, maar die door een andere factor (een andere factor die ook enig gewicht in de andere richting in de schaal legt) kan worden overruled. Vaak worden deze onderscheiden van de andere betekenis van prima facie door ze pro tanto redenen (of ‘voor zover ze gaan’ redenen) te noemen, maar W.D. Ross gebruikte de term ‘prima facie’ in deze betekenis en het heeft veel staying power gehad door de invloed van zijn ethische theorie.
Er is ook een prima facie reden in de betekenis van een factor die gewicht lijkt te hebben, maar die bij nader onderzoek al dan niet gewicht kan hebben (of een reden kan zijn). Ter onderscheiding van prima facie redenen in de eerste betekenis, zouden we kunnen zeggen dat een prima facie reden in deze tweede betekenis een reden is die ondermijnd kan worden, en ophoudt een reden te zijn. Deze betekenis van “prima facie” komt beter overeen met vertalingen van “prima facie” redenen (of redenen “op het eerste gezicht” of “op het eerste gezicht” of “zo op het eerste gezicht”), dus ik heb sommige filosofen kritiek zien leveren op het eerste Rossiaanse gebruik van “prima facie” door te zeggen dat dit tweede gebruik het betere is. Hoe dan ook, het onderscheid zelf is belangrijk, omdat overrulen en ondermijnen verschillende manieren zijn om een reden te verslaan, met verschillende implicaties wanneer ze opduiken in de ethiek en de epistemologie, maar misschien zijn veel redenen wel beide – dat wil zeggen, misschien zijn er redenen die zowel te verslaan zijn doordat ze door andere redenen worden overruled als doordat ze als reden volledig worden ondermijnd.