Inleiding: Erogene zones hebben paradoxale responseigenschappen, waarbij erotische gevoelens worden opgewekt van lichaamsoppervlakken die ver verwijderd zijn van de genitaliën. Ramachandran heeft een intrigerende neurowetenschappelijke verklaring voorgesteld voor de verspreiding van erogene zones, gebaseerd op de ordening van lichaamsdelen (zoals de aangrenzende positionering van de genitaliën en de voeten) in de primaire somatosensorische cortex (S1). De huidige studie vertegenwoordigt het eerste systematische onderzoek van de grootte van erotische sensaties van verschillende lichaamsdelen, evenals het eerste empirische onderzoek van de S1 theorie van erogene zones, door analyse van de vraag of evaluaties van erogene grootte van aangrenzende S1 plaatsen de neiging hebben om te correleren.
Methoden: Een steekproef van ongeveer 800 deelnemers, voornamelijk afkomstig van de Britse Eilanden en Afrika bezuiden de Sahara, vulden een enquête in van 41 lichaamsdelen, elk beoordeeld op erogene intensiteit.
Resultaten: Beoordelingen voor de voeten waren verrassend laag. Er was echter een opmerkelijke correlatie tussen de intensiteitsbeoordelingen, ongeacht de leeftijd, seksuele geaardheid, nationaliteit, ras en, nog verrassender, het geslacht van onze deelnemers (R(2)-waarden variërend tussen .90 en .98). Meervoudige regressie en factoranalyse onderzochten of lichaamsdelen in de buurt in S1 significant gecorreleerd waren.
Conclusie: De S1-hypothese lijkt steun te ontberen, vanwege het lage niveau van voetwaarderingen, het gebrek aan intercorrelatie tussen waarderingen voor nabijgelegen S1-locaties, en de eerdere literatuur die suggereert dat corticale stimulatie van S1 niet erotogeen lijkt te zijn. De consistentie tussen demografische variabelen is voor meerdere interpretaties vatbaar. Het kan echter zijn dat individuele ervaring of culturele verschillen (een uitgangspunt voor sommige verklaringen van de verspreiding van erogene zones) geen wezenlijke bepalende variabelen zijn. Dus, terwijl S1 niet de waarschijnlijke plaats lijkt te zijn die Ramachandran’s neurale lichaamskaart voorstel zou ondersteunen, suggereren we dat de oorsprong van erogene distributie kan voortvloeien uit een kaart die zich elders in de hersenen bevindt.