Dit experiment onderzocht sociale cognitie bij borderline persoonlijkheidsstoornis (BPD). We testten of de evaluaties van BPD-patiënten van anderen gekarakteriseerd werden door splitsen, dichotomisch denken, of negativiteit; en of ze minder complex begrip toonden van anderen. Deelnemers bespraken een probleem met drie vermeende stagiairs in de geestelijke gezondheidszorg, waarbij ze drie interpersoonlijke rollen vervulden (afwijzend, accepterend en neutraal). De deelnemers evalueerden de stagiairs in een gestructureerd antwoordformaat en in een semi-gestructureerd interview. BPD-patiënten (n = 18) werden vergeleken met Cluster-C persoonlijkheidsstoornis patiënten (n = 18) en niet-patiënten (n = 18). Uit visuele analoge schalen met tegengestelde karakteristieke beschrijvingen (gestructureerd antwoordformaat) werden negativiteit, dichotomisch denken, en splitsingsscores afgeleid. De interviews werden door een onafhankelijke beoordelaar gescoord op affecttoon, differentiatie, en complexiteit van attributies. BPD-patiënten vertoonden, in alle condities en in beide antwoordvormen, meer dichotomisch denken dan de controlegroepen. Bewijs voor splitsen als specifiek BPD-karakteristiek was niet overtuigend, en meer negativiteit bij BPD werd alleen gevonden bij de afwijzende rol en gestructureerde antwoorden. De op interviews gebaseerde evaluaties van BPD-patiënten konden niet worden onderscheiden van niet-patiënten in cognitieve complexiteit. De resultaten geven aan dat dichotomisch denken, en niet zozeer splitsen, negativiteit, of minder complexiteit, centraal staat in de interpretatie van anderen door BPD-patiënten. Behandeling zou dichotomisch denken kunnen aanpakken om de interpersoonlijke problemen van BPD-patiënten te verminderen.