Ze heeft duizend namen en gezichten – en ontelbare taken en talenten. Zelfs als een woeste krijger die heldhaftig de meest gemene demonen verslaat, behoudt zij haar kalmte en stralende schoonheid. Westerlingen die gewend zijn aan een “Hemelse Vader” en aan maagdelijke, ingetogen afbeeldingen van de Madonna, zouden Devi en haar woeste, krachtige vrouwelijke kracht nogal verrassend kunnen vinden.
Voor veel Hindoes is Devi’s grootste kracht echter dat zij alle aspecten van het vrouw-zijn belichaamt. In het grote pantheon staat zij aan de top, even machtig als de mannelijke goden Vishnu en Shiva. Als moedergodin van India en plaatselijke beschermster van ontelbare dorpen, kan ze rustig en verzorgend zijn. Maar ze is ook een kosmische kracht, die zich bezighoudt met de schepping en vernietiging van werelden. Soms is ze wulps en verleidelijk – een speelse verleidster, een hartstochtelijke minnares. Voor de examens bidden de Hindoe-leerlingen tot haar, geïncarneerd als Sarasvati, de godin van de muziek en het leren. Devi zegent haar toegewijden met fortuin en succes.
Haar beroemdste overwinning is het verslaan van een buffel-demon, een brutaal onwetende, opgeblazen egoïst. Voordat Devi hem te hulp schoot, had hij een groot aantal welwillende goden verslagen. Met een van haar 18 armen, op het hoogtepunt van de strijd, trekt zij de demon met een rode strop moeiteloos uit zijn buffellichaam. Haar rijdier, een tijger, knaagt aan het hoofd. Devi is de hele tijd gekleed in het vergulde en geborduurde kostuum van een prinses uit Punjab Hills. In de wolken daarboven vieren goden haar triomf door gouden bloesems naar beneden te gooien.
“Het is verbazingwekkend dat er niet eerder een grote tentoonstelling over haar is geweest,” merkt Vidya Dehejia op, curator van “Devi: De Grote Godin.” Te zien in de Arthur M. Sackler Gallery tot 6 september, deze prachtige show bevat 120 kunstwerken die een 2500-jarige tijdspanne en een breed scala aan stijlen vertegenwoordigen.