Tussen de Burgeroorlog en het begin van de 20e eeuw, vóór wat wordt beschouwd als de grote migratie, vestigden zwarte families zich in West Medford en stichtten een levendige Afro-Amerikaanse buurt. Aanvankelijk woonden ze in drie straten:incoln, Jerome en een deel van Arlington. Velen binnen de gemeenschap vonden werk bij welgestelde gezinnen als arbeiders, timmerlieden, tuinmannen en huishoudsters.
In een tijdperk van diepgewortelde vooroordelen en segregatie leerde de groeiende gemeenschap het belang van zelfredzaamheid en ambitie. Langs de oevers van de Mystic River hielden ze doopfeesten en paasopkomsten, bouwden ze huizen en de Shiloh Baptist Church, visten ze en boerden ze, en vanuit een Quonset Hut uit de Tweede Wereldoorlog, dat door leiders van de gemeenschap werd meegenomen, werd het West Medford Community Center opgericht, dat het centrum werd voor het gezinsleven.
Toen het nieuws zich verspreidde, nam ook de populariteit van het leven in The Ville toe, waardoor meer zwarte gezinnen werden aangetrokken die vastbesloten waren om hun kinderen op te voeden in een veilige, stabiele buurt. Talloze inwoners van West Medford beschrijven hun jeugd vol honkbal en tennis, zwemmen bij de plaatselijke stranden en snoepgoed uit een kleine winkel aan Jerome Street, die in de loop der jaren bekend stond als “Little Store, Mr. Henry’s en Hawkeye’s”. De ouders van iedereen waren de ouders van iedereen, vrij om te straffen als dat nodig was. Deuren waren niet op slot en stonden open, er hoefde alleen maar geklopt te worden om de bewoner te waarschuwen dat er iemand binnenkwam.
Hoewel het leven in The Ville geïsoleerd leek, was raciale strijd slechts een stap buiten de grenzen. Gevechten over segregatie speelden zich af op scholen als de Medford High School, waar zich in 1977 en 1992 raciale incidenten voordeden. De dood van een zwarte tienerjongen in de buurt in een gevecht tussen zwarten en blanken zette de leiders van de gemeenschap in The Ville ertoe aan actief te worden op de scholen. Door het goede voorbeeld te geven, benadrukten zij zelfredzaamheid, onderwijs en een sterke werkethiek.
De verhalen van de bewoners van The Ville geven een kijkje in het succes van de vele opmerkelijke bewoners. Deze omvatten Terry Lynne Carrington, 54ste Grammy-winnende drummer en