Dehydratie is een situatie waarin iemand genoeg lichaamswater verliest om de werking van zijn organen en systemen te verstoren.
Waarom lopen kinderen het risico van uitdroging?
Kinderen lopen samen met ouderen het risico van uitdroging door een combinatie van verschillende factoren:
Ten eerste omdat zij een groep mensen vormen die door hun leeftijd vaker last hebben van infecties die koorts en gastro-intestinale symptomen veroorzaken, zoals braken of diarree, die een verlies van lichaamswater met zich meebrengen. En niet alleen bij gastro-enteritis, maar ook bij andere infecties, zoals infecties van de luchtwegen (verkoudheid, sinusitis, longontsteking, bronchitis) of urineweginfecties.
Ten tweede, omdat het percentage water in hun lichaamssamenstelling hoger is. Bij een pasgeborene bestaat ongeveer 70% van zijn lichaamsgewicht uit water. Dit percentage neemt geleidelijk af met de groei, tot het op volwassen leeftijd tussen 50 en 60% bedraagt, afhankelijk van leeftijd en geslacht.
Ten derde, omdat zij een kleiner lichaamsvolume hebben, is de verhouding tussen hun lichaamsoppervlak en hun gewicht groter. Dit betekent dat het waterverlies via de huid en de slijmvliezen, door verdamping, verhoudingsgewijs groter is dan bij een volwassene.
Bovendien zijn de compensatiemechanismen van het lichaam voor vochtverlies in het vroege leven niet toereikend. Het vermogen van een pasgeborene om de urine te concentreren, en zo het vochtverlies te beperken, is minder groot dan dat van een schoolgaand kind of een volwassene, waardoor zij in deze situaties kwetsbaarder zijn.
En ten slotte, omdat bij jongere kinderen de toegang tot vloeistoffen beperkt is, aangezien zij niet autonoom zijn in het gaan drinken en afhankelijk zijn van hun verzorgers om hen vloeistoffen aan te bieden in situaties van verhoogd verlies, zoals ziekte of omgevingshitte.
Dus binnen de kinderleeftijd zijn pasgeborenen en zuigelingen de groep die het meeste risico loopt.
Dehydratie en chronische medicatie
Hoewel het zelden voorkomt dat kinderen chronische medicatie gebruiken, dient opgemerkt te worden dat sommige van deze medicatie kan bijdragen tot het verergeren van de symptomen van dehydratie. Een zeer voor de hand liggend voorbeeld van dit soort geneesmiddelen zijn diuretica (furosemide, spironolacton…), die tot gevolg hebben dat het vochtverlies via de urine toeneemt om hart- of nierproblemen te compenseren…
In geval van uitdroging moet er ook rekening mee worden gehouden dat, als het kind een chronisch geneesmiddel gebruikt, het gehalte daarvan in het bloed, en daarmee het therapeutisch effect (gunstig) en de bijwerkingen (schadelijk), tijdelijk kunnen worden gewijzigd. Dit betekent niet dat we ongerust moeten zijn, maar er moet wel rekening mee worden gehouden, bijvoorbeeld in het geval van kinderen die met anti-epileptica worden behandeld, omdat in deze situatie hun epilepsie tijdelijk kan decompenseren.
Wat zijn de symptomen?
De symptomen zijn enerzijds te wijten aan het verlies van lichaamswater en elektrolyten (minerale zouten) en anderzijds aan de compensatiemechanismen die ons lichaam in werking stelt om te proberen dit te compenseren. Enkele van deze zijn:
- Verslechting van de algemene conditie, met bederf
- Droge mond, zonder speeksel of met pasteus speeksel, wittig van kleur
- bleekheid
- verzonken ogen
- abnormale ademhaling
- huilen zonder tranen
- verminderde urineproductie
- toegenomen dorst
Deze verschijnselen, samen met andere klinische symptomen worden beoordeeld op de verschillende schalen die worden gebruikt om de mate van uitdroging bij een kind te evalueren (schaal van Gorelick, schaal van de American Academy of Pediatrics, Clinical Dehydration Scale…).).
Als in een ziektesituatie een of meer van deze verschijnselen bij een kind worden waargenomen, is het belangrijk een kinderarts te raadplegen.
Hoe kan uitdroging worden voorkomen?
In ziektesituaties zoals hierboven beschreven (koorts, braken, diarree) is het van groot belang het kind veel vocht aan te bieden om een goede hydratatietoestand te handhaven. Naast water moeten de aangeboden vloeistoffen glucose (suiker) en minerale zouten bevatten, omdat bij braken en diarree niet alleen water verloren gaat, maar ook suikers en mineralen zoals natrium, kalium en chloor.
Deze stoffen zijn essentieel om de organen en systemen van ons lichaam zo goed mogelijk te laten functioneren. Hun niveau verandert vaak in situaties van uitdroging (hyper- of hyponatriëmie, hypoglykemie…), wat de symptomen van uitdroging kan verergeren.
Daarom wordt aanbevolen om verliezen te vervangen door orale rehydratatieserums die in de apotheek verkrijgbaar zijn.
In andere situaties waarin het verlies van lichaamswater door zweten toeneemt, zoals in de zomer en bij langdurige lichamelijke activiteit, is het raadzaam water als belangrijkste rehydratiemiddel te gebruiken, vergezeld van voedingsmiddelen die koolhydraten, minerale zouten en water leveren, zoals fruit. Isotone dranken voor sporters zijn niet nodig voor kinderen en regelmatig gebruik ervan kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid.