Zwarte beren, kolibries en eekhoorns houden een winterslaap omdat een lang, koud seizoen met weinig voedsel en warmte geen pretje is voor deze dieren.
In tegenstelling tot de warme seizoenen van de lente en de zomer die deze beestjes een onbeperkte hoeveelheid voedsel bieden, biedt het winterseizoen slechts een koude, bevroren ondergrond waar voedsel uiterst schaars is.
Daar komt bij dat de winterse dagen ijskoud en kort zijn, terwijl de uren in de donkere nacht een kille eeuwigheid lijken aan te slepen. Het zoeken naar voedsel laat de magen van deze dieren vaak leeg achter, omdat hun lichaam aan het eind van de zoektocht meer calorieën verbrandt dan de dieren terugkrijgen van het voedsel, als het al gevonden wordt. Dus in plaats van te verhongeren of dood te vriezen, besluiten deze dieren om voor de lange termijn in te pakken en een winterslaap te houden tijdens de wintermaanden.
Slaap helpt deze dieren te overleven in de zwaarste en moeilijkste omstandigheden. Door een winterslaap te houden, vermindert een dier de energiebehoefte van zijn lichaam tot een minimum. De winterslaap is een proces van het verlagen van de lichaamstemperatuur van een dier en het vertragen van zijn hartslag om energie te sparen in tijden van schaarste en stress.
Elk dier houdt op verschillende manieren een winterslaap. Terwijl eekhoorns om de vier dagen wakker worden om een hapje te eten en naar het toilet te gaan, kunnen zwarte beren wel zeven maanden in slaapstand blijven, zonder voedsel, water of toiletbezoek.