Je moet het opgeven. Stop met waar je ook mee bezig bent; wat je ook probeert te bereiken op dit moment. Gooi gewoon de handdoek in de ring. En waarom niet? Is deze pijn het echt waard? Het bloed, zweet en tranen? De moeite die je al hebt gedaan om dit te doen of om te komen waar je naar toe wilt? Waarom geef je het niet gewoon op? Je inspanning is geen garantie voor succes. Sterker nog, in deze competitieve wereld van winnaars en verliezers is de kans groot dat je aan de verliezende kant zult staan.
En een verliezer zijn doet pijn en is klote, ongeacht hoeveel feel-good citaten je leest van atleten en schrijvers en filosofen. De enige reden waarom je deze citaten kent, is omdat deze mensen het “gemaakt” hebben. En mensen die het “gemaakt” hebben, vertellen graag aan anderen dat zij het ook “kunnen maken”. Wat dom is, want ze zouden beter moeten weten: Niet iedereen zal het maken. Ik weet dat dit cynisch klinkt, maar het leven is niet rozengeur en maneschijn. Is het niet beter om er gewoon mee te stoppen voordat het te moeilijk wordt en je hart toch gebroken wordt? Heb je gezien wat er gebeurt met mensen die het niet redden? Ze raken in een depressie, en wie weet hoe lang dat zal duren? Niemand wil het zeggen: Middelmatigheid is zo slecht nog niet. En het is niet beter om liefgehad en verloren te hebben, dan helemaal niet liefgehad te hebben. We moeten ophouden al die domme clichés te geloven.
Je moet het nu maar opgeven.
Of je bent natuurlijk bereid de prijs te betalen om niet op te geven – meer bloed, meer zweet, meer tranen. De realiteit is dat je zou kunnen falen, je zou jammerlijk kunnen falen met gekreukte handen, een paar meer zorgen lijnen, en op het einde, een gebroken geest. Dat zou kunnen gebeuren. Dat is een mogelijkheid die je bereid moet zijn te aanvaarden in wat je ook doet.
Maar wat als je bleef vechten? En wat als al dat vechten, en het aanpassen van je dromen, en het laat naar bed gaan en vroeg wakker worden, tot iets zou leiden? Wat als dat ertoe zou leiden dat je een doorbraak zou krijgen? Wat als die doorbraak bestond uit mensen die in je geloofden en je op weg hielpen? Wat als dit geloof je op de been hield en je uiteindelijk naar die beloofde plaats ging – die beloofde plaats van succes? Wat als je, na alles, eindelijk gewonnen had?
Het zou het allemaal waard zijn geweest. En ik durf te wedden dat je twee keer zoveel moeite zou doen om daar te komen. Maar deze plek is net zo echt als hij denkbeeldig is. Je denkt dat de glorie op deze plek is, maar zoals degenen die hun best deden en faalden je zullen vertellen: De glorie zat altijd in het proces; de uitkomst maakt het alleen maar zoeter.
Falen is beter dan opgeven; meedoen is beter dan toekijken; littekens zijn beter dan een dunne huid. Of wat dan ook. Je kunt opgeven en nooit het zoete succes kennen of de moed van een prachtige mislukking. Je kunt opgeven en nooit weten wie je had kunnen zijn.