Voordat ik deze film zag, had ik mijn twijfels. Johnny Cash is een van mijn favoriete countryzangers, nee, zangers aller tijden, en ik was er niet zeker van of hem, net als bij andere middelmatige biopics, met name de flitsende Ray, wel genoeg recht zou worden gedaan. Zoals bleek, Johnny krijgt de film die hij verdient, en, wat meer is, Walk the Line kreeg me zeer geïnteresseerd in het werk van zijn vrouw, June Carter Cash.
Overkoepelend 20 jaar van zijn leven, met inbegrip van Cash’s opkomst in de roem en delven in bijna-zelf-destructie, James Mangold concentreert zich op de belangrijkste dingen in zijn leven zijn muziek, de drugs, en zijn alles verterende, ontembare liefde voor de zeer bijzondere June Carter Cash. Het is als een romance dat Walk the Line echt schittert. In het echte leven kwamen Johnny en June pas 20 jaar na hun eerste ontmoeting bij elkaar, en dat ze zo lang op elkaar konden wachten, is behoorlijk aangrijpend.
De film wordt bijeengehouden door de Oscar-genomineerde en Oscar-winnende figuren Joaquin Phoenix en Reese Witherspoon, en hun chemie draagt zo’n beetje de film. Als ze samen zijn, zijn ze allebei verbluffend en passen ze perfect bij elkaar, of het nu gaat om verbale grappen, een duet of gewoon een praatje. Phoenix weet de gekwelde ziel van Cash welsprekend te vangen in een van zijn beste vertolkingen, en een die dat gevaarlijke maar meeslepende randje van gevaar uitstraalt dat in Cash aanwezig is. Zijn zangstem lijkt op die van Cash, maar toch neemt hij nooit zijn toevlucht tot een regelrechte imitatie, wat het kijkplezier alleen maar vergroot.
Maar de stralende ster van de film is Reese Witherspoon, als June Carter Cash. Zij speelt de singer-songwriter-country-muziekster die de aandacht trok van Johnny Cash, maar een harde dobber bleek, door hem te dwingen zijn narcotische afhankelijkheid en gewelddadige zelfvernietiging te staken voordat ze hem zou overwegen. Hoewel velen een hekel hebben aan Witherspoon’s werk hier, ben ik er gewoon dol op. Ze maakt van June een echt gedenkwaardige, Crouchesque, persoon. Voor het publiek kan ze maf en beminnelijk zijn, maar alleen, met Johnny, toont ze een kwetsbare kant. Witherspoon straalt hier een sterke, feministische, maar toch moeiteloos beminnelijke vibe uit, en elke scène waarin ze verschijnt, steelt ze.
De look en feel van Johnny’s tijd zijn goed gevangen in het decorontwerp en de door T-Bone Burnett gitaar geleide score, en de kostuums zijn niets minder dan subliem. De kledij van Cash is geïnspireerd, maar het is June’s kleding met bloemenprint, roze, huiselijk, of snazzy, die, nogmaals, de show stelen. Elk van Reese’s kostuums vangt de stemming van haar personages.
Er is ook veel plezier te beleven in de muzikale nummers. Ring of Fire en Jukebox Blues laten het publiek de tenen tikken, maar mijn favoriete nummer is het optreden van Jackson, waar hun ongeëvenaarde chemie tot uiting komt in een van mijn favoriete nummers aller tijden. Net als de film is dit nummer onderhoudend, lieflijk en intelligenter dan vaak wordt toegegeven.