Klinische trials zijn onderzoeksonderzoeken waarbij mensen zich vrijwillig aanmelden om nieuwe behandelingen, interventies of tests te testen als middel om verschillende ziekten of medische aandoeningen te voorkomen, op te sporen, te behandelen of te beheersen. Bij sommige onderzoeken wordt gekeken hoe mensen reageren op een nieuwe interventie* en welke bijwerkingen er kunnen optreden. Dit helpt om te bepalen of een nieuwe interventie werkt, of deze veilig is en of deze beter is dan de interventies die al beschikbaar zijn.
Klinische proeven kunnen ook bestaande interventies vergelijken, nieuwe manieren testen om bestaande interventies te gebruiken of te combineren of observeren hoe mensen reageren op andere factoren die hun gezondheid kunnen beïnvloeden (zoals veranderingen in hun voeding).
De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor een klinische proef is
‘elk onderzoek dat prospectief menselijke deelnemers of groepen mensen toewijst aan een of meer gezondheidsgerelateerde interventies om de effecten op gezondheidsresultaten te evalueren’.
Clinische proefinterventies omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
- experimentele geneesmiddelen
- cellen en andere biologische producten
- vaccins
- medische hulpmiddelen
- chirurgische en andere medische behandelingen en procedures
- psychotherapeutische en gedragstherapieën
- wijzigingen in de gezondheidszorg
- preventieve zorgstrategieën en
- onderwijskundige ingrepen.
Onderzoekers kunnen ook klinische proeven uitvoeren om diagnostische of screeningstests en nieuwe manieren om ziekten op te sporen en te behandelen, te evalueren.
*Op deze website wordt het woord ‘interventie’ gebruikt om te verwijzen naar interventies, behandelingen en tests.
Waarom hebben we klinische proeven nodig?
Klinische proeven zijn essentieel voor de ontwikkeling van nieuwe interventies. Zonder klinische proeven kunnen we bijvoorbeeld niet goed bepalen of nieuwe geneesmiddelen die in het laboratorium of met behulp van diermodellen zijn ontwikkeld, effectief of veilig zijn, of dat een diagnostische test in een klinische setting goed werkt. Dit komt omdat computersimulaties en dierproeven ons slechts een beperkte hoeveelheid informatie kunnen verschaffen over de mogelijke werking van een nieuwe behandeling en geen substituut zijn voor tests in een levend menselijk lichaam.
Klinische proeven maken het ook mogelijk het effect van een interventie op een groot aantal mensen te testen en te monitoren om ervoor te zorgen dat een eventuele verbetering als gevolg van de interventie bij veel mensen optreedt en niet slechts een willekeurig effect bij één persoon is.
De meeste moderne medische interventies zijn een direct resultaat van klinisch onderzoek. Nieuwe interventies voor de meeste ziekten en aandoeningen – waaronder kanker, hartziekten, hoge bloeddruk en astma – zijn ontwikkeld door klinisch onderzoek. Klinische proeven leiden er vaak toe dat nieuwe ingrepen beschikbaar komen die mensen helpen langer te leven en minder pijn of invaliditeit te hebben.
Klinische proeven kunnen ook helpen de gezondheidszorg te verbeteren door de normen voor behandeling te verhogen. Artsen en ziekenhuispersoneel die bij klinische proeven betrokken zijn, worden voortdurend bijgeschoold om de beste patiëntenzorg te kunnen bieden. Australische klinische proeven worden internationaal erkend voor hun zeer hoge kwaliteit van patiëntenzorg.