Ik heb deze zaken drie jaar geleden doorgewerkt en besloot dat het meest waarschijnlijke scenario, gezien het bewijs, was dat de geliefde discipel inderdaad een andere persoon is dan de apostel Johannes.
Ze lijken totaal niet op elkaar. Wat dacht het Christendom? Niets verbindt de twee figuren, behalve de meest voorkomende naam.
Ik kwam tot een standpunt dat Dr. Bauckham toestond, en waar veel theologen het nu mee eens zijn. De jonge man genaamd Lazarus, door Jezus uit de dood opgewekt, is de geliefde discipel. Wanneer we “Johannes” lezen in de evangeliën, dan lezen we Lazarus die schrijft onder een aangenomen naam.
Lazarus had een motivatie om zijn naam te veranderen – zijn opstanding was een bewijs van Jezus’ macht, en dus zou hij het doelwit worden van Jezus’ vijanden. Het is een strategie die volgens Dr. Bauckham veel voorkomt in de evangeliën: een “beschermende anonimiteit” rond figuren die misschien nog in leven waren in de tijd dat de tekst werd verspreid.
Ik heb de moed verzameld om Dr. Bauckham te schrijven over mijn verwarring over een paar bronnen – wie was “Johannes” die genoemd werd als een christelijke leider in Galaten 2:9, en wie was de “Johannes” in de vroege kerkgeschiedenis die de Muratorische Canon wordt genoemd?
Hij schreef vriendelijk terug.
De Johannes in uw citaat uit de Muratorische canon is de Johannes die Openbaring schreef (de auteur van de Muratorische canon heeft hem misschien vereenzelvigd met de Johannes die het Evangelie schreef). Deze Johannes schreef aan zeven gemeenten (Openb. 2-3), net als Paulus. Natuurlijk is Openbaring later geschreven dan Paulus, maar kennelijk dacht de auteur van de Muratorische canon daar anders over.
De Johannes van Gal 2:9 is de zoon van Zebedeüs. Naar mijn mening levert dit bewijs de laatste ons bekende datum waarop Johannes de zoon van Zebedeüs nog in leven was. Zijn broer Jacobus was al dood, dus de Jacobus van dat vers is de broer van Jezus.
Het zou dan mogelijk kunnen zijn, in de puzzel van bewijzen, een portret van Lazaurus/Johannes samen te stellen dat coherent is. Een jongeman die sterft en door Jezus wordt opgewekt, en dan later onderduikt op het Griekse eiland Patmos, waar het visioen van de Openbaring over hem wordt uitgestort.
In latere jaren komt hij naar Efeze, waar discipelen van Johannes de Doper samenkomen, en hier neemt hij een nieuwe naam aan, ‘Johannes’. Hij wordt bisschop van Efeze, trouwt nooit en sterft op zeer hoge leeftijd.
De Muratoriaanse Canon (die een bladzijde blijkt te zijn die is overgeschreven uit een verloren gegane tekst, Papias’ Expositie van de Orakels van de Heer, gevonden en gepubliceerd in 1740) geeft het moment weer waarop Johannes zijn evangelie begint te schrijven.
In antwoord op de vermaning van zijn medebestuurders en bisschoppen zei hij: “Vasten jullie drie dagen met mij en laten wij dan aan elkaar vertellen wat aan een ieder zal worden geopenbaard.” Dezelfde nacht werd aan Andreas, een van de apostelen, geopenbaard dat het Johannes was die in zijn eigen naam moest vertellen wat zij zich gezamenlijk herinnerden. Of dat Johannes in zijn eigen naam moest vertellen, waarbij zij allen optraden als correctoren.
Het bleef een raadsel waarom de “Johannes” waaraan de traditie de voorkeur gaf, niet het knappe genie was dat zijn naam niet zegt, maar de visser wiens woede en statuszoekerij, in Lucas 9:51-6, Jezus had berispt.