De God van Hoop
Bijbeltekst: Romeinen 15:13 | Spreker: Dr. Harold J. Sala | Serie: Moge de God van hoop u vervullen met alle vreugde en vrede terwijl u op hem vertrouwt, zodat u overvloeit van hoop door de kracht van de heilige Geest. Romeinen 15:13
Op zaterdag,” schrijft een vriend van Richtlijnen, “was ik zo depressief dat ik mezelf van kant wilde maken. Dit is ook niet de eerste keer. Wat er ook gebeurt, ik kan nooit ophouden me zo te voelen.” Vervolgens vertelde ze wat de aanleiding was voor deze depressie. Ze legde uit: “Vanmorgen was er een misverstand tussen mijn zus en mij en ik vatte het persoonlijk op.”
Een andere brief vertelt over een vrouw die worstelt met een tiener, een alcoholistische vader en een echtgenoot die drugs en alcohol misbruikt, en toen zei ze: “Mijn probleem is dat ik mijn hoop heb verloren.” Toen vroeg ze: “Weet je wat ik bedoel?”
Een derde brief richtte zich op een gemeenschappelijk thema. De persoon die schreef zei: “Ik ga al meer dan acht jaar naar de kerk, en net als de kinderen van Israël heb ik een terugval gehad tot een punt waarop ik dacht dat ik nooit meer genade in Gods ogen zou kunnen ontvangen. Mijn zonden waren zo groot… dat ik vaak het gevoel had dat zelfmoord de enige manier was. Ik riep tot God om genade en mijn geroep was aan dovemansoren gericht. Ik heb me vaak afgevraagd hoe ik zo laag kon zinken…”
In het Nieuwe Testament vind je drie zinnen die alle drie de aard van God en onze relatie tot Hem beschrijven. De schrijver van Hebreeën verwijst naar God als de “God van vrede”, een uitdrukking die Paulus vier keer in zijn brieven heeft gebruikt. Paulus gebruikte ook de uitdrukking “de God van alle troost” toen hij aan de Korinthiërs schreef. Maar in zijn brief aan vrienden in de kerk van Rome noemde Paulus God “de God van de hoop”. Hij zei: “Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede, terwijl u op hem vertrouwt, zodat u overvloeit van hoop door de kracht van de heilige Geest” (Romeinen 15:13).
Nou, houd die gedachte even vast terwijl u nadenkt over de woorden van een oude Schotse prediker die zei dat de echte godslastering van de mensen niet ligt in de “scheldwoorden” die ze soms gebruiken, hoewel hij eraan toevoegde: “Zulke woorden zijn zeker verkeerd en dwaas. Het meest godslasterlijke woord dat een mens kan gebruiken,” zei hij, “is het woord hopeloos. Wanneer we zeggen dat een situatie hopeloos is,” voegde hij eraan toe, “slaan we de deur in het gezicht van God dicht.”
Vraag: Kent u de God van hoop; degene waar Paulus het over had toen hij schreef aan de gemeente te Rome? Of is de God die u kent een boze God, die vastbesloten is het daglicht uit ons allen te slaan, die ons leven verknoeien, vaak ons geweten schenden en onder de voeten stampen wat wij weten dat juist is, niet in staat om onze hartstochten of de omstandigheden van het leven te beheersen?
Vreemd genoeg is de God die wij ons vaak in gedachten voorstellen niet de God van de Bijbel. Hij is de God van de misvattingen uit onze kindertijd, Degene wiens ware beeld is vervormd door de ideeën van de wereld en – laten we eerlijk zijn – de vervaging van het beeld van God doordat Satan probeert te voorkomen dat je contact met Hem maakt. Natuurlijk houdt de duivel (en die is er echt) je liever af van de gedachte dat God de God van alle hoop is, dat Hij de God van troost en de God van vrede is.
Paulus’ gebed voor de Romeinen was dat de God van hoop hun harten zou vervullen met vreugde en vrede door de kracht van God, de Heilige Geest. Dat is het geheim van hoop in een hopeloze situatie. Waar God is, is hoop, en waar leven is, is God. Vergeet dat nooit.