Eenvoudige cysten in de eierstokken komen vaak voor. Het doel van de klinische behandeling is het optimaliseren van de behandeling van kwaadaardige en premaligne cysten, terwijl interventie wordt geminimaliseerd voor cysten die waarschijnlijk spontaan zullen oplossen. In deze retrospectieve studie werden bij 90 vrouwen cysten in de eierstokken vastgesteld met een diameter van meer dan 30 mm. Van deze groep waren er 75 premenopauzaal, 13 postmenopauzaal en twee hadden een hysterectomie ondergaan. Dertien vrouwen presenteerden zich acuut. Bij geen van de vrouwen werd de familiegeschiedenis van borst-, eierstok- of darmkanker nagegaan. Bij geen van hen werd een CA125-spiegel bepaald. In 22 gevallen werd de cyste weggezogen; slechts in 10 van deze gevallen werd een echografie verricht. Laparotomie werd uitgevoerd bij 25 premenopauzale vrouwen, de twee perimenopauzale vrouwen en acht postmenopauzale vrouwen. De gemiddelde grootte van de cyste was 71 mm (range 40-80 mm) in de laparoscopie groep, en 72 mm (range 36-180 mm) in de laparotomie groep. Na de initiële diagnose met echografie werd 4-16 weken later een vervolgscan uitgevoerd. De uiteindelijke diagnose was een ovarium neoplasma in 13 en hydrosalpinx in twee. Geen van hen had een maligniteit. De documentatie bij de echografie was vaak ontoereikend, en de behandeling van de vrouwen met een ovariumcyste was lukraak. Richtlijnen voor het beheer van eenvoudige ovariumcysten zullen waarschijnlijk de klinische praktijk verbeteren.