Dit is een heel belangrijk onderdeel van het gitaarspelen en het is essentieel dat je het vanaf het begin goed doet, zodat je spel vooruit kan en je later geen problemen tegenkomt.

Er zijn drie hoofdmanieren om de gitaarhals vast te houden.

Zoals je hier kunt zien, zit de duim op de achterkant van de hals. Dit is een goede positie voor mensen met kleinere handen of spelers die grotere stukken willen spelen. Zorg ervoor dat je pols niet te ver gebogen is, maar slechts licht gebogen zodat je vingers zich om de snaren kunnen krullen.

Met deze positie is de duim verder rond de fret board net rustend op de rand en zorgt voor de ideale speelpositie voor de meeste stijlen en speler niveaus.

Ook in deze handpositie mag de pols slechts licht gebogen zijn, je zult zien dat dit de optimale positie is voor de meeste speelwijzen.

In deze positie kunnen we zien dat de duim nu rond de rand van de gitaarhals is gekomen en de lage E-snaar aanraakt. Hoewel dit als een slechte handpositie wordt beschouwd, is het toch een essentiële vaardigheid om akkoorden te kunnen spelen met tonen op de lage E-snaar die op een andere manier niet te spelen zijn.

In deze positie is de pols het minst gebogen van alle handposities, maar deze positie is het minst veelzijdig en zal waarschijnlijk alleen op bepaalde momenten worden gebruikt.