Schuurmiddelen zijn harde kristallen die ofwel in de natuur voorkomen ofwel worden vervaardigd. De meest gebruikte materialen zijn aluminiumoxide, siliciumcarbide, kubisch boornitride en diamant.
Andere materialen zoals granaat, zirkoonoxide, glas en zelfs walnootdoppen worden gebruikt voor speciale toepassingen.
Brasiva worden vooral gebruikt in de metaalbewerking omdat hun korrels zelfs door de hardste metalen en legeringen kunnen dringen. Door hun grote hardheid zijn ze echter ook geschikt voor het bewerken van andere harde materialen zoals stenen, glas en bepaalde soorten kunststoffen. Schuur-, slijp- en polijstmiddelen worden ook gebruikt voor relatief zachte materialen, waaronder hout en rubber, omdat ze een grote verspaning, langdurige snijcapaciteit, goede vormbeheersing en fijne afwerking mogelijk maken.
Toepassingen voor schuur-, slijp- en polijstmiddelen vallen in het algemeen in de volgende categorieën: 1) het reinigen van oppervlakken en het grof verwijderen van overtollig materiaal, zoals ruw slijpen in gieterijen; 2) vormgeven, zoals bij vormslijpen en gereedschapslijpen; 3) slijpen, voornamelijk bij precisieslijpen; en 4) scheiden, zoals bij doorslijp- of snijbewerkingen.
Brasief | Gebruikt voor |
aluminiumoxide | slijpen van gewoon en gelegeerd staal in zachte of geharde staat |
siliciumcarbide | gietijzer, non-ferrometalen, en niet-metalen |
diamant | slijpen van gecementeerde carbiden, en voor het slijpen van glas, keramiek, en gehard gereedschapsstaal |
kubiek boornitride | slijpen van gehard staal en slijtvaste superlegeringen |
Hardheid | Mohs-Hardheid |
was (0 graden C) | 0.2 |
grafiet | 0.2 |
In de afgelopen 100 jaar of zo hebben gefabriceerde schuurmiddelen zoals siliciumcarbide en aluminiumoxide de natuurlijke schuurmiddelen grotendeels vervangen – zelfs natuurlijke diamanten zijn bijna verdrongen door synthetische diamanten. Het succes van gefabriceerde slijpmiddelen komt voort uit hun superieure, controleerbare eigenschappen, alsmede hun betrouwbare uniformiteit.
Zowel siliciumcarbide als aluminium oxide slijpmiddelen zijn zeer hard en bros, en als gevolg daarvan hebben ze de neiging om scherpe randen te vormen. Deze randen helpen het slijpmiddel in het werkmateriaal door te dringen en verminderen de hoeveelheid warmte die tijdens het slijpen ontstaat. Dit type slijpmiddel wordt gebruikt bij precisieslijpen en afslijpen. Harde slijpmiddelen, die bestand zijn tegen breuk en langer meegaan, worden gebruikt voor grof slijpen.
De industrie gebruikt slijpmiddelen in drie basisvormen: 1) gebonden in vaste gereedschappen zoals slijpschijven, cilinders, ringen, bekers, segmenten of staafjes; 2) bekleed op een drager van papier of doek in de vorm van vellen (zoals schuurpapier), stroken of banden; 3) los, vastgehouden in een vloeibare of vaste drager zoals voor polijsten of trommelen, of voortbewogen door lucht- of waterdruk tegen een werkoppervlak (zoals zandstralen voor gebouwen).